Het college wil Afvalzorg alsnog verplichten om een bovenafdichtingsconstructie toe te passen boven het daar gestorte afval in het toekomstige Park Nauerna, omdat er na een uitspraak van de Raad van State niet genoeg tijd is om aan te tonen dat de eerder gekozen alternatieve aanpak veilig is. Met de beproefde methode is dat geen punt.
De gemeenteraad had zijn goedkeuring gehecht aan een bestemmingsplan waarin het mogelijk werd het recreatiegebied in te richten zonder een water- en gasdichte laag. Het afval op een stortplaats blijft – zorgvuldig ingepakt – voor altijd liggen en vraagt vervolgens een eeuwigdurende controle en onderhoud om te voorkomen dat de omgeving verontreinigd raakt. Dat is een kostbare zaak. Daarom wordt landelijk gezocht naar manieren om verontreiniging binnen de stortplaats onschadelijk te maken.
In juli 2016 is het tien jaar durende experiment Duurzaam Stortbeheer gestart, waar onder meer Nauerna deel van uitmaakt. Geprobeerd wordt om met natuurlijke afbraakprocessen de verontreiniging versneld af te breken zonder bovenafdichtingsconstructie. Slaagt het experiment, dan behoort eeuwig durende nazorg op stortplaatsen tot het verleden evenals de verplichte water- en gasdichte afwerking.
Vooruitlopend op een geslaagde proef had Zaanstad de verplichting om de bovenafdichtingsconstructie toe te passen alvast uit de regels gehaald, onder het voorbehoud dat de veiligheid van deze vernieuwing duidelijk moest zijn aangetoond. Dat vond de Raad van State echter onvoldoende waarborgen geven voor toekomstige bezoekers van het recreatiegebied.
De gemeente en Afvalzorg moesten dat laatste aantonen middels nieuw onderzoek en een onafhankelijke second opinion, maar daar is onvoldoende tijd voor omdat de gewraakte onderdelen van het bestemmingsplan binnen 26 weken na de uitspraak van de RvS gerepareerd moeten zijn – en dat is al medio februari. Die termijn overschrijden kan Zaanstad op een behoorlijke dwangsom komen te staan. Daarom stelt het college nu voor om in het bestemmingsplan toch de eerder geschrapte verplichting op te nemen, met dien verstande dat het in latere fases van de uitvoering alsnog mogelijk wordt zonder de afdichting te werken als de veiligheid daarvan inmiddels wel onomstotelijk is vast komen te staan.