Het Zaans Medisch Centrum heeft het advies gekregen om niet alleen op afstand met externe deskundigen samen te werken bij de bestrijding van de superbacterie die nog steeds niet is uitgeroeid, maar die experts ook binnenshuis in te schakelen.
Het RIVM zoekt in haar netwerk naar externe deskundigen die op de werkvloer zouden kunnen helpen. Volgens minister Bruno Bruins is in Zaandam sprake van een uitzonderlijke uitbraak van de zeer resistente (darm)bacterie Citrobacter freundii die het zeldzame enzym New Delhi–metallo-bèta-lactamase (NDM) bij zich draagt. Dit enzym maakt de bacterie resistent tegen bijna alle antibiotica.
Uitzonderlijk
Het gaat volgens Bruins om een uitzonderlijke uitbraak in die zin dat het gen met de resistentie-eigenschappen zich via verschillende soorten bacteriën kan verspreiden. Daarnaast vindt de verspreiding niet alleen tussen mensen plaats, maar ook via een besmette omgeving. Dit maakt de bestrijding gecompliceerd.
Onlangs is in het deskundigenberaad de situatie in het ZMC scherp in de gaten houdt ook gesproken over de potentiële risico’s van verspreiding buiten het ziekenhuis. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat de bacterie zich ook buiten het ziekenhuis verder heeft verspreid, aldus de minister. Dragers zelf en hun omgeving hebben preventieve maatregelen kunnen nemen. Daarnaast zijn verpleeghuizen in de omgeving geïnformeerd en gewezen op het belang van goede infectiepreventie.
Nederlandse hoogleraar noemt 33.000 doden door superbacterie ‘zorgwekkend’ https://t.co/PhIyWWJbCl
— ReumaArnhem (@ReumaArnhem) November 7, 2018
Gezonde mensen die de bacterie bij zich dragen hoeven geen ziekteverschijnselen te hebben, maar de bacteriën kunnen zich wel verspreiden en zo potentieel een probleem vormen voor kwetsbare mensen als bewoners van zorginstellingen. Sinds februari zijn in totaal 24 dragers van de resistente bacterie gevonden. Eén van deze patiënten lag ten tijde van het deskundigenberaad nog in het ziekenhuis en wordt in isolatie verpleegd.
‘Volgens mijn informatie gebeurt er veel om de uitbraak te bestrijden en leren we ook veel gedurende het verloop van de uitbraak,’ schrijft de minister voor Medische Zorg aan de Tweede Kamer.
