EU-landen hebben geen haast met afschaffen zomer- en wintertijd

Foto: Pixabay

Nederland en de meeste andere lidstaten van de Europese Unie willen uitstel van het Brusselse plan om volgend jaar al een einde te maken aan het halfjaarlijkse verzetten van de klok.

Dat bleek na afloop van een informele vergadering van de EU-ministers van Transport in het Oostenrijkse Graz. Een meerderheid vindt ook dat zoveel mogelijk landen dezelfde standaardtijd moeten kiezen als de huidige regeling verdwijnt. Elk land moet voor 1 maart volgend jaar zelf hebben bepaald wat het wil met de tijd: zomer- en wintertijd houden of het hele jaar door het een dan wel het ander.

Luchtvaartsector

Volgens minister Norbert Hofer uit de huidige EU-voorzitter Oostenrijk heeft alleen al de luchtvaartsector anderhalf jaar nodig voor de voorbereidingen op ‘nieuwe tijden’.

Nederland heeft nog geen officieel standpunt ingenomen over de kwestie, maar wil wel dezelfde tijd aanhouden als België en Luxemburg en het liefst ook Duitsland. Vlaanderen wil dezelfde tijd als Frankrijk en Duitsland heeft al gekozen voor een permanente zomertijd. In ons land zit nog een opiniepeiling over het onderwerp in het vat.

Publieke consultatie

Uit een publieke consultatie waaraan deze zomer 4,6 miljoen EU-burgers meededen bleek dat een overgrote meerderheid de wisselingen van de tijd moe is. Van de 27.000 Nederlanders die de vragenlijst invulden (0,16 procent van de bevolking) is 79 procent voor afschaffing.

De uiteindelijke beslissing moet worden genomen door de (tot het vertrek van het Verenigd Koninkrijk) 28 lidstaten en door het Europees Parlement. In het EP wil een meerderheid ook van het verzetten van de klok af.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen