Zestien en acht jaar cel geëist voor doden Zaandamse vrouw in maart 2017

Foto: Pixabay

Er is vandaag zestien jaar cel geëist tegen een 36-jarige man uit Amstelveen en een 32-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats voor de gewelddadige dood van een 53-jarige vrouw uit Zaandam, op 26 maart vorig jaar. Tegen de derde verdachte, een 39-jarige Zaandammer, eiste de officier van justitie acht jaar gevangenisstraf wegens medeplichtigheid.

Het slachtoffer was een kwetsbare vrouw, die kort voor haar dood haar partner en moeder was verloren. Ze maakte geregeld een praatje met buurtbewoners en sprak met de buurman openhartig over een erfenis die haar zou toekomen. Deze buurman werd later één van de verdachten. Hij zou een een cruciale rol in de zaak hebben gespeeld omdat hij bekend was met de leefsituatie en financiële positie van het slachtoffer.

Medeverantwoordelijk

Hij was de katalysator. Zonder zijn informatie zouhet delict in het geheel niet zijn gepleegd. In die zin is hij medeverantwoordelijk voor haar gewelddadige en zinloze dood,’ zei de officier van justitie ter zitting. Hij fungeerde als coördinator bij het beramen van het plan tot de overval op de vrouw en lichtte de beide anderen in over zaken als de indeling van het flatgebouw, waar de beveiligingscamera’s hingen en hoe ze bij haar woning konden komen zonder hun identiteit te onthullen.

Er is echter onvoldoende bewijs dat hij ten tijde van de dood van de Zaandamse in haar woning aanwezig was. De andere zijn volgens het Openbaar Ministerie in de woning van het slachtoffer geweest, hebben het geweld toegepast en de woning doorzocht: ‘Er was een nauwe en bewuste samenwerking tussen hen, zij hebben het delict samen uitgevoerd: het lichaam van het slachtoffer draagt daar de sporen van.’

Gekwalificeerde doodslag

Tegen beide mannen is zestien jaar cel geëist op basis van gekwalificeerde doodslag, gepleegd om de geplande diefstal te vergemakkelijken of om de kans om betrapt te worden te verkleinen. ‘Het hele huis was doorzocht. Kastdeuren stonden open en spullen lagen over de grond verspreid,’ zei de officier.

Terwijl verdachten meer dan een half uur lang haar woning aan het doorzoeken waren, moet het slachtoffer doodsangsten hebben uitgestaan: liggend op de grond, pijn lijdend en vastgebonden aan handen en voeten, zodat vluchten of hulp inschakelen niet mogelijk was. In haar eigen woning, normaal gesproken haar veilige thuishaven. Het Openbaar Ministerie ziet bij deze verdachten geen enkel berouw. Hun handelen getuigt van een volkomen gebrek aan respect voor de waarde van het menselijk leven.’

De rechtbank doet over twee weken uitspraak

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen