DZ vraagt zich af of woonwagens meer ruimte gaan krijgen

De woonwagenlocatie aan de Schepenlaan in Zaandam.
De woonwagenlocatie aan de Schepenlaan in Zaandam.
Foto: Google Street View

Democratisch Zaanstad vraagt zich af of het college het beleid ten aanzien van standplaatsen voor woonwagens zal wijzigen nu sinds 12 juli een nieuwe landelijke insteek van kracht is.

Het College voor de Rechten van de Mens en de Nationale Ombudsman oordeelden in 2017 dat het tot dan toe in zwang zijnde uitsterfbeleid voor standplaatsen discriminerend is voor woonwagenbewoners. Dat beleid was bedoeld om op termijn het aantal woonwagens in gemeenten terug te dringen tot nul, maar werd in strijd geacht met het recht op gelijke behandeling. Op 1 januari vorig jaar had Zaanstad volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 55 woonwagenlocaties, ofwel 0,8 standplaatsen per 1000 woningen. 

Driehoek Ducaatstraat

In vragen aan het college herinnert DZ eraan dat de partij ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan moederplan Bedrijven Zuid al vragen stelde over de ‘Driehoek Ducaatstraat’ in Zaandam en de onderbouwing van het aantal standplaatsen voor woonwagenbewoners aldaar. De gemeenteraad stelde dat aantal uiteindelijk vast op 24.

Sinds ruim een maand moeten volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken gemeenten meer oog hebben voor woonwagenbewoners en bij de vaststelling van lokaal woonbeleid meer rekening houden met hun wensen en bovendien voorzien in voldoende standplaatsen. DZ wil nu weten hoe die opdracht in Zaanstad wordt vertaald naar beleid.

De fractie vraagt het college of dat van zins is om bestemmingsplannen waarin sprake is van woonwagens al dan niet gewijzigd opnieuw voor te leggen aan de gemeenteraad.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen