De zeventienjarige jongste verdachte van de moord op Nick Bood (16) in Zaandam is vandaag veroordeeld tot de maximumstraf van twaalf maanden jeugddetentie en jeugd-tbs.
De rechtbank vindt dat er genoeg bewijs is dat hij op 29 april vorig jaar opzettelijk en met voorbedachten rade Bood met een mes in het hart heeft gestoken, zodat er sprake is van moord. Zijn medeverdachte van negentien kreeg drie maanden jeugddetentie, omdat de rechtbank hem alleen schuldig acht aan mishandeling met voorbedachten rade. Het duo heeft samen op het slachtoffer ingeschopt.
Veel getuigen
Er zijn door de rechtbank in deze zaak veel (minderjarige) getuigen gehoord, waarbij de betrouwbaarheid vaak in twijfel kon worden getrokken. Dat kwam omdat een aantal getuigen wisselende verklaringen aflegde, niet met eigen ogen had gezien wat er gebeurde of achteraf heeft ingevuld wat er precies zou zijn gebeurd.
De rechtbank heeft daarom alleen die verklaringen gebruikt die ondersteund werden door ander bewijsmateriaal. Er is bewezen verklaard dat de jongste verdachte Bood al langer te pakken wilde nemen en dat daarbij ook over steken is gesproken, omdat Bood volgens beide verdachten geld van hen had gepikt. Hij was ook eerder al naar Bood op zoek geweest, bijvoorbeeld bij zijn school in Krommenie.
Meteen gestoken
Toen op die fatale avond in april de gelegenheid zich voordeed om het doelwit tegen te komen, hebben de verdachten zich op de Burcht verdekt opgesteld om Bood zo te kunnen verrassen. De jongste heeft hem vervolgens van achteren benaderd en meteen op hem ingestoken.
Ook nadat Bood in de borst en daarmee in het hart was geraakt, zijn de beide daders nog achter Bood aangerend toen die probeerde te ontkomen. Toen Bood uiteindelijk in elkaar zakte, maakten beiden zich uit de voeten en lieten het aan anderen over om zich over Bood te ontfermen en hulp te bieden.
Wat zag de oudste van de twee?
Wat de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen, is of de oudere verdachte heeft gezien en dus wist dat zijn kompaan met opengeklapte messen op Bood is afgelopen en hem toen heeft gestoken. De rechtbank gaat er op grond van een aantal getuigenverklaringen van uit dat hij Bood heeft geschopt op het moment dat deze wegrende bij de bankjes op de Burcht, niet wetende dat Bood inmiddels een fatale messteek had opgelopen. Hij had zelf geen mes bij zich, heeft ook niet gestoken en ging ervan uit dat er hoogstens gevochten zou worden, aldus de rechters.
De oudste van de twee was er ook niet op bedacht dat Bood zou worden neergestoken, omdat de ander had vaker messen bij zich, er trucjes mee deed maar nooit eerder iemand iets had aangedaan. Hij heeft ook meerdere keren gewaarschuwd om niet te gaan steken.
Veel verder gegaan dan het plan was
De jongste dader is veel verder gegaan dan het gezamenlijke plan om te vechten en om Bood te slaan. Daarom heeft de rechtbank de oudste niet medeschuldig bevonden aan moord en is alleen de jongste verantwoordelijk voor de fatale messteek.
‘Onmetelijk leed’
Die heeft daarmee ‘onmetelijk leed’ toegebracht aan de familieleden en vrienden van Bood, aldus de rechtbank. De enorme impact die deze gebeurtenissen op het leven van de nabestaanden hebben gehad, zal naar alle waarschijnlijkheid blijvend zijn.
De vorderingen tot vergoeding van materiële schade die de ouders van Bood indienden zijn grotendeels toegewezen. Omdat de wet (nog) niet de mogelijkheid biedt om affectieschade te vergoeden, heeft de rechtbank dat deel van de vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. Wel is een bedrag van 15.000 euro aan shockschade toegewezen aan de stiefbroer van Bood, die getuige was van de moord, omdat hij als gevolg van de gebeurtenis te kampen heeft met een posttraumatische stressstoornis en daarvoor onder behandeling is.
