De verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar hoeft pas vijf jaar later in te gaan dan was gepland omdat de levensverwachting van 65-plussers minder snel stijgt dan verwacht. Dit meldt Het Financieele Dagblad naar aanleiding van berekeningen van verzekeringswiskundigen.
Die berekeningen zijn gebaseerd op recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2013 werd besloten om de AOW-leeftijd in stappen te verhogen naar 67 jaar in 2021. Een jaar later zouden daar nog eens drie maanden bij komen. Volgens nieuwe berekeningen stijgt de AOW-leeftijd tot 2022 echter sneller dan de levensverwachting.
De leeftijd voor ingang Aanvullend pensioen is al 68 jaar
Is niet terug te draaien.#AOW is heel goed betaalbaar
Bedenk dat werknemers slechts 5 tot 10% werkelijke AOW premie betalen over hun inkomen wegens de zeer hoge heffingskortingen.
Zzp ers betalen geen premie tot 23 mille https://t.co/pulqWn2Erk— Martin van Rooijen (@MvRooijen) June 5, 2018
Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en de regeringspartijen stellen dat de snelle stijging van de AOW-leeftijd nodig is om het staatspensioen betaalbaar te houden omdat we gemiddeld ouder worden en Nederland vergrijst.
Conceptakkoord sociale partners
De sociale partners publiceerden onlangs een conceptakkoord over een nieuw pensioenstelsel dat er vanuit gaat dat de AOW-leeftijd pas in 2025 naar 67 jaar gaat, dus vier jaar later dan afgesproken. Verder willen werkgevers en vakbonden af van een gegarandeerd pensioen en de uitkeringen laten afhangen van het beleggingsresultaat.
Het zou volgens ramingen ongeveer 1,5 miljard euro kosten om de verhoging naar 67 jaar vier jaar op te schuiven.