De GGD Zaanstreek - Waterland heeft vorig jaar niet voldaan aan de wettelijke verplichting om alle 157 geregistreerde kinderdagverblijven en locaties voor buitenschoolse opvang in Zaanstad te inspecteren. De teller bleef staan op 118, ofwel 75,2 procent. De organisatie heeft beterschap beloofd.
Het ging beter met inspecties van gastoudervoorzieningen, waar 44,9 van de wettelijk verplichte 50 procent werd bezocht. Volgens het college is de oorzaak van de achterblijvende controles dat de regionale GGD te maken had met een hoger dan normaal ziekteverzuim en uitstroom van personeel. De GGD heeft in 28 inspectierapporten een advies tot handhaven gegeven, waarna door de gemeente een handhavingstraject is gestart. Dat is één keer abusievelijk achterwege gebleven bij een houder met meerdere vestigingen in Zaanstad, maar deze heeft inmiddels een houderbreed herstelaanbod gekregen om het pedagogisch beleidsplan aan te passen voor alle vestigingen. Namen worden niet genoemd.
Zaanstad is verantwoordelijk voor de kwaliteit van kinderopvangvoorzieningen in de gemeente en de controles zijn namens haar in handen van de GGD gelegd. Het college dient jaarlijks aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verantwoording af te leggen
aangaande haar wettelijke taken. De Inspectie voor het Onderwijs houdt daar toezicht op. Naast deze verplichte taken heeft de gemeente in samenwerking met een gastouderbureau en de GGD vorig jaar een bijeenkomst gehouden voor gastouders om de kwaliteit van deze vorm van opvang te bevorderen.