Per 1 juli worden de Participatiewet, IOAW en IOAZ, AOW, ANW, Wajong, WW, WIA, WAO, Ziektewet en Toeslagenwet aangepast. Dit komt doordat de uitkeringen gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon . De meeste bedragen gaan naar gepensioneerden en mensen in de bijstand.
De (netto) bijstandsuitkeringen voor mensen vanaf 21 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd zijn afhankelijk van de situatie:
De AOW-bedragen worden afgeleid van het nettominimumloon per maand. De hoogte van de te ontvangen AOW is afhankelijk van de opbouw en leefvorm. Voor elk jaar dat iemand is verzekerd wordt twee procent AOW opgebouwd. Iemand krijgt een volledig AOW-pensioen als hij of zij de 50 jaar voor de AOW-leeftijd altijd verzekerd is geweest. Het bedrag voor alleenstaanden is gebaseerd op 70 procent van het netto minimumloon, dat van gehuwden en samenwonenden op 50 procent daarvan.
Voor gehuwde of samenwonende AOW’ers van wie de partner jonger is dan 67 gelden afwijkende regels. De AOW is gebaseerd op 50 procent van het netto minimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto 988,16 euro). Vanaf 1 januari 2015 is de partnertoeslag gesloten voor nieuwe instroom. Hierop geldt één uitzondering: mzijn voorensen die als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd pas na 1 januari 2015 AOW gerechtigd zijn geworden, hebben nog wel recht op toeslag.
De hoogte van alle uitkeringen vindt u hier .