Van de in 2019 gepresenteerde aanbevelingen om Zaanstad ‘meer aan het fietsen te krijgen’ is het grootste deel nog niet uitgevoerd. Over de doelmatigheid van het gevoerde beleid is ook nog niet veel te zeggen, onder meer omdat het Centraal Bureau voor de Statistiek het ‘aandeel fietsverplaatsingen’ in gemeenten niet meer meet.
Zaanstad is voor dat laatste nu bezig met een eigen methodiek, maar zag het CBS dus een spaak in het wiel steken. Ook de epidemie speelde een rol, plus het feit dat in de nieuw in het leven geroepen functie van fietscoördinator de capaciteit te beperkt bleek om een fietsvisie op te stellen. Inmiddels is wel het Zaans Mobiliteitsplan afgerond, met daarin een focus op de stimulering van fietsen via zowel gedragsverandering als infrastructurele verbeteringen zoals brede en geasfalteerde paden.
Een vervolgonderzoek heeft per aanbeveling de huidige stand van zaken in beeld gebracht. Daaruit blijkt dat van de twaalf aanbevelingen er vier (vrijwel) geheel gerealiseerd zijn en dat aan de uitvoering van zeven nog wordt gewerkt. Er is één aanbeveling met weinig vooruitgang en dat is dus het inrichten van een eigen monitoringsysteem vanwege het wegvallen van de data via het CBS. Eén van de zaken waar Zaanstad nieuwsgierig naar is, is de mate van bewonersparticipatie met betrekking tot fietsbeleid.
Omleidingsroutes
Een onmiddellijk verbeterpunt is de vaststelling van omleidingsroutes op belangrijke hoofdfietsroutes, waar de Fietsersbond Zaanstreek nogal eens tegen in het geweer komt. Inmiddels wordt gewerkt aan het plan van aanpak voor het Actieplan Fiets, zoals
aangekondigd in het coalitieakkoord. In 2023 moet de besluitvorming over dat actieplan worden afgerond
