Nederlanders lijden massaal aan zelfoverschatting wat betreft hun rijgedrag. Volgens onderzoek van MarketResponse in opdracht van Univé waarderen Nederlanders hun eigen rijgedrag met een gemiddelde van 7,6. Ruim 60 procent van de 1007 respondenten gaf zichzelf een 8 of hoger.
Ook hun partners en ouders kunnen met gemiddelden van 7,6 en 7,2 rekenen op een mooie beoordeling. Dat geldt een stuk minder voor andere weggebruikers, want over de rijstijl van ‘de gemiddelde Nederlander’ bestaat veel minder enthousiasme. Met name oudere automobilisten en mannen zijn bovengemiddeld tevreden over hun eigen verkeersdeelname wanneer het gaat om veiligheid, blijkt uit het onderzoek.
Ouderen en mannen
Ruim een kwart van de 65-plussers vindt de eigen rijstijl zeker een 9 waard, een rapportcijfer dat ook één op vijf mannelijke bestuurders zichzelf toekent. Vrouwen blijken met een gemiddelde beoordeling van 7,7 licht positiever over het rijgedrag van hun partner dan dat van zichzelf (7,5) en negentien procent geeft hun wederhelft zelfs minstens een 9 als het gaat om veilige verkeersdeelname.
Gevraagd om zichzelf in een aantal verkeerssituaties te beoordelen, schetst een ruime meerderheid van de respondenten het beeld van een voorbeeldig weggebruiker. Maar liefst 92 procent van de automobilisten geeft naar eigen zeggen steevast richting aan bij het wisselen van baan. Het aantal respondenten dat gedoseerd snelheid terugneemt in plaats van hard remt is met 84 procent ook aanzienlijk. Volgens eigen beoordeling kiest 77 procent ook in de bocht voor beheersing in plaats van snelheid, schakelt 78 procent tijdig in plaats van laat en houdt eveneens 78 procent zich keurig aan de maximumsnelheid. Jongeren zien vaker verbeterpunten in het eigen rijgedrag dan ouderen.
De anderen…
Dat laatste lijkt sowieso te gelden voor de medeweggebruikers die de respondenten in het verkeer treffen. Het rijgedrag van ‘de gemiddelde Nederlander’ kan met een gemiddelde beoordeling van 6,6 op aanzienlijk minder waardering rekenen. Volgens twee derde zit er voor hen op zijn best een 6 of een 7 in, terwijl dertien procent van de Nederlanders hun rijgedrag met een onvoldoende afkeurt. De meeste respondenten zijn van mening dat vooral (andere) mannen voor gevaar op de weg zorgen. Weinig verrassend vinden zij daarnaast dat een jonge leeftijd en gebrek aan rijervaring de kans op onveilige verkeerssituaties vergroten.
Perceptie
Rob Stomphorst van Veilig Verkeer Nederland (VVN) is er nauwelijks verbaasd over dat Nederlanders het rijgedrag van zichzelf, hun partner en hun ouders veiliger vinden dan dat van (andere) medeweggebruikers. ‘Een kwestie van perceptie. We zijn bekend met onze eigen kwaliteiten en die van onze naasten en beoordelen onszelf als de perfecte bestuurder. Ook in het verkeer is ons vertrouwen daarop vaak zo rotsvast, dat het oncomfortabel voelt of zelfs niet in ons opkomt om dit ter discussie te stellen. Onze kritische blik vervaagt en áls we al door hebben dat we zelf gevaarlijke situaties of zelfs bijna een ongeluk veroorzaken, vergeten we dit vaak,’ aldus de woordvoerder.
Online tool Univé
‘Onbekend maakt daarentegen onbemind. Op anonieme weggebruikers die ons met manoeuvres op hoge snelheid wel eens in gevaar kunnen brengen of die ons juist in de weg zitten met hun lagere snelheid zijn we een stuk kritischer.’ In samenwerking met VVN lanceerde Univé deze maand Veilig op Weg, een tool waarmee verzekerden via hun gebruikersapp inzicht krijgen in hun daadwerkelijke rijgedrag. ‘Via Veilig op Weg willen we veilig rijgedrag en daarmee de algehele verkeersveiligheid helpen bevorderden,’ legt Johan van den Neste uit. Volgens de directeur van Univé Schade monitort de tool in welke mate gebruikers optrekken en afremmen, zich aan de snelheid houden en hun telefoon gebruiken tijdens het rijden.
‘Verzekerden die meetbaar veilig deelnemen aan het verkeer belonen we elke maand met een premiekorting, die kan oplopen tot tien procent. Zo maken we samen het verkeer niet alleen veiliger, maar merken bestuurders die veilig rijden het voordeel ook in hun portemonnee. En als ik de respondenten in ons onderzoek mag geloven, is dat aantal groot…’
