Zaanstad en de corporaties Parteon, ZVH en Rochdale willen de komende vijf jaar tenminste 500 tot 750 tijdelijke woningen neerzetten op verschillende plekkenin de gemeente, ‘want iedereen verdient een dak boven het hoofd,’ aldus wethouder van Wonen Harrie van der Laan. De eerste locatie die gevonden werd, in Assendelft, wordt niet omarmd door buurtbewoners.
De flexwoningen zijn in eerste instantie bestemd voor starters, spoedzoekers en Oekraïense vluchtelingen: allemaal inwoners bij wie de nood hoog is. Zo telt Zaanstad circa 3900 starters die nu veelal noodgedwongen bij hun ouders blijven wonen. Ook zijn er veel spoedzoekers, zoals mensen die na een scheiding snel woonruimte nodig hebben. Het streven is dat uiteindelijk twee derde van de woningen naar Zaankanters gaan. Er komt financiële hulp van het Rijk voor de tijdelijke woningen.
Samenwerking
De gemeente en de corporaties gaan samen aan de slag om ‘op meerdere locaties in nauwe samenwerking met de buurt’ te komen tot ‘een gezonde mix van verschillende groepen bewoners’. Naar verwachting weten de samenwerkende partijen aan het eind van het jaar hoeveel tijdelijke woningen er exact mogelijk zijn op welke locaties. Die woningen zijn van goede kwaliteit,’ zegt directeur Harry Platte van Parteon.
Mooi en betaalbaar
‘We hebben samen met andere corporaties in de regio een aantal producenten geselecteerd die op dit moment het beste product in de markt bieden. Deze woningen zien er niet alleen mooi uit, ze zijn ook betaalbaar.’ Naast de tijdelijke woningen blijven gemeente en corporaties volop inzetten op nieuwbouw van woningen voor onbepaalde tijd. ‘Maar die woningen staan er niet van vandaag op morgen. We hebben te maken met langlopende procedures, stikstofproblemen en een tekort aan mensen in de bouw. Ondertussen zijn ruim 8000 Zaankanters actief op zoek via Woningnet,’ weet Van der Laan.
Kant en klaar geleverd
De corporaties zijn verantwoordelijk voor de toewijzing van woningen. De tijdelijke woningen worden in de fabriek gemaakt en kant en klaar geplaatst. Dit scheelt vervoersbewegingen en er is minder bouwhinder voor omwonenden. De partijen kijken ook of zij de omgeving van de woningen kunnen verbeteren, bijvoorbeeld door extra groen en meer voorzieningen.
