De SP is niet onverdeeld gelukkig met de resultaten van groenadoptie in de gemeente: stukjes openbare ruimte die door bewoners onderhouden worden. Raadslid Anna de Groot vraagt zich af of ‘de welig tierende straatgrassen, het onkruid en het zwerfvuil’ de bedoeling waren van de mogelijkheid tot groenadoptie.
Via schriftelijke vragen ziet zij graag toegelicht worden hoe het te vaak zó mis kon gaan en op welk moment de gemeente – die eindverantwoordelijk blijft voor het geadopteerde groen – ingrijpt. Inwoners met groene vingers kunnen van de gemeente desgewenst gereedschap lenen en er staan ‘helpende handen klaar via het Team Arbeidsparticipatie’ om assistentie te verlenen. Hoe vaak hebben mensen daar een beroep op gedaan en als ze gereedschap lenen, komt dat dan ook weer terug, zijn vragen die leven bij de SP.
Meer vragen
De ambities blijken soms de daadwerkelijke inzet van inwoners ver te overstijgen, zo is op meerdere plekken te zien. Heeft het college daar ook weet van? Hoeveel keer per jaar worden de geadopteerde stukjes groen geïnspecteerd? Op haar website laat de gemeente weten ‘voorlopig’ geen nieuwe groenadoptieaanvragen meer in behandeling te nemen, onder meer vanwege een beperkte voorraad van planten bij de leveranciers en ‘de keuze voor inzet op andere terreinen binnen openbare ruimte’. Ook dat roept vragen op.
Hebben groenadoptanten in het verleden wél planten gekregen en zo ja, waar zijn deze dan gebleven? Waren het éénjarige planten of waren het planten die wat langer meegaan dan een jaar? En op welke ‘andere terreinen binnen de openbare ruimte’ is de keuze nu gevallen en wat zijn daar de resultaten van? De Groot wil graag binnen zes weken duidelijkheid krijgen over de stand van zaken.
