Voor het zesde jaar op een rij is het aandeel melkkoeien in de wei gestegen. In 2015 liep 65 procent buiten en vorig jaar was dat 75 procent. Koeien zijn gemiddeld wel minder uren buiten. Dit komt vooral doordat ze vaker alleen overdag in de wei grazen, blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Tot 2015 hielden melkveebedrijven hun koeien steeds vaker op stal, maar sinds 2016 is de weidegang weer toegenomen. Ook het aandeel bedrijven dat melkkoeien laat grazen is tussen 2015 en 2021 gestegen, van 76 naar 83 procent. De maatschappelijke wens om meer koeien in de wei leidde tot het Convenant Weidegang, met afspraken om weidegang te stimuleren door onder andere een hogere prijs voor de melk van ‘buitenkoeien’ en voorlichtingsprogramma’s voor boeren.
Korter buiten
De tijd die de dieren buiten lopen is wel korter geworden. In 2021 liep een grazende koe gemiddeld 1300 uur in de wei, terwijl dat in 2013 nog ruim 1700 uur was. Een koe die alleen overdag in de buitenlucht loopt krijgt ongeveer zeven uur vrije lichaamsbeweging. Voor een koe die dag en nacht buiten loopt is dat zeventien uur. De rest van de tijd is deze koe op stal om gemolken te worden. De verschuiving van dag en nacht naar alleen overdag heeft onder andere te maken met de bedrijfsgrootte. Bij grotere bedrijven is er vaak niet genoeg grasland dicht bij de boerderij beschikbaar om de koeien onbeperkt te laten grazen.
Het weideseizoen is de afgelopen jaren korter geworden. Het seizoen loopt, afhankelijk van het weer en de hoeveelheid beschikbaar vers gras van april tot in oktober. Het aantal dagen weidegang is afgenomen van gemiddeld 165 in 2013 naar 155 dagen vorig jaar.
https://twitter.com/RBWildeboer/status/1248714960521265152
