Het onderhoud van de achttien buitensportparken in Zaanstad gaat op de schop omdat de verenigingen daar steeds meer problemen mee krijgen. Zaanstad neemt een deel van de taken over, maar de verenigingen krijgen korting op de huur van hun accommodatie als zij op hun beurt de gemeente weer werk uit handen nemen.
Er zijn steeds minder vrijwilligers die willen meehelpen met het onderhoud en dat onderhoud wordt steeds complexer door onder andere meer weersextremen, hogere eisen aan milieuvriendelijk onderhoud en de toenemende drukte in de omgeving van de accommodaties. Tot nu toe krijgen sportverenigingen subsidie voor een deel van de onderhoudskosten en de rest doen ze met vrijwilligers of ze huren er een aannemer voor in. Maar minder vrijwilligers betekent meer druk op de leden die nog wel de handen uit de mouwen willen steken én het risico dat het werk versloft, waardoor na verloop van tijd extra ingrepen noodzakelijk zijn.
Sportwethouder Gerard Slegers wil nu eenduidige afspraken maken met alle beheerders van de sportparken en een toekomstbestendige aanpak uitrollen. Het is de bedoeling dat de gemeente meer taken op zich neemt, terwijl de vrijwilligers belangrijk blijven. De subsidie voor onderhoud vervalt. Verenigingen kunnen ervoor kiezen om bepaalde taken zelf te blijven doen en krijgen dan korting op de huur van de accommodatie.
Zo wordt gestimuleerd dat verenigingen dingen zelf blijven doen. Dit nieuwe model kan zonder extra kosten voor de gemeente worden ingevoerd. Momenteel voert Zaanstad nulmetingen uit om te bepalen waar de verenigingen staan met het onderhoud. Tot 1 juli doen de verenigingen en beheerstichtingen het onderhoud van de sportparken nog zelf, daarna neemt de gemeente dit over.