
De Rekenkamer Amsterdam - Zaanstad concludeert dat de financiële wendbaarheid van Zaanstad afneemt. Het aandeel beïnvloedbare kosten daalt van zeven procent in de begroting van 2024 naar vier procent in 2026. Daarmee wordt de keuzevrijheid voor nieuw beleid voor de gemeenteraad steeds beperkter.
Het aandeel niet-beïnvloedbare kosten stijgt in dezelfde periode van 31 naar 37 procent en de overige kosten bestaan uit beperkt beïnvloedbare uitgaven. De Rekenkamer geeft enkele voorbeelden: wat de armoede- en schuldenaanpak betreft daalt het aandeel beïnvloedbare kosten van 40 procent in 2024 naar slechts drie procent in 2026 en het aandeel beperkt beïnvloedbare kosten neemt af van 54 naar 46 procent. Het programma voor werk, participatie en inburgering laat een vergelijkbare trend zien: daar is zelfs 91 procent van de kosten op middellange termijn helemaal niet meer beïnvloedbaar.
De rekenmeesters stellen vast dat in de begroting 2026 weliswaar voor alle kosten de mate waarin ze beïnvloedbaar zijn worden benoemd, maar dat niet wordt niet toegelicht waarom de wendbaarheid van de begroting door de jaren heen aan het dalen is. De raad wordt geadviseerd om daar een toelichting op te vragen en naar de mogelijkheid om de neerwaartse beweging een halt toe te roepen.
De nieuwe investeringsstrategie om sneller te kunnen schakelen – naar lenen in plaats van eerst sparen – beïnvloedt de balanspositie van Zaanstad. Hierdoor heeft de gemeente minder eigen en meer vreemd vermogen. De zogeheten solvabiliteit daalt dus door de nieuwe investeringsstrategie. De signaalwaarde van de Vereniging Nederlandse Gemeenten voor solvabiliteit is 20 procent. Daar gaat Zaanstad de komende jaren onder zakken.

'Welke consequenties dit verloop van de solvabiliteitsratio heeft voor de uitbreidingsinvesteringen wordt niet duidelijk toegelicht in de Bbegroting 2026. Het college benadrukt dat Nederlandse gemeenten vanwege het artikel 12-vangnet uit de Financiële verhoudingswet niet failliet gaan en nooit worden geliquideerd. Daarom heeft dit kengetal volgens het college beperkte waarde,' schrijft de Rekenkamer. 'Hoewel de solvabiliteit inderdaad niet de enige component is van de financiële weerbaarheid van de gemeente, is het wel van belang om de signaalwaarde van dit financiële kengetal mee te wegen in de financiële beslissingen.' Nog een aandachtspunt voor de raad, dus.
De Rekenkamer mist daarnaast een onderbouwing van grote veranderingen ten opzichte van de vorige begroting in het programma verstedelijking, omdat verwezen wordt naar het niet-openbare Meerjarenperspectief Grondzaken. De lastendaling met 25,1 miljoen euro in 2027 bij onderwijs, actief burgerschap en armoede- en schuldenaanpak en enkele kleinere verschillen op andere posten is voor de Rekenkamer onverklaarbaar vanwege ontbrekende toelichtingen.





