Onderzoek naar lagere rioolheffing huishoudens ten koste van grootverbruikers

 Het college laat in opdracht van de gemeenteraad onderzoeken of de hoogte van de rioolheffing anders kan worden verdeeld tussen grootverbruikers en huishoudens en kleinverbruikers. Het idee is dat de eerste groep meer gaat betalen en de tweede juist minder, wat gerechtvaardigd is vanwege de omvang van het gebruik van het riool en het economische belang van een goede regenwaterafvoer.

Het gemiddelde waterverbruik van een eenpersoonshuishoudenis 68 kubieke meter per jaar, 95 voor een tweepersoonshuishouden oplopend tot 187 kubieke meter voor een gezin met vijf personen. De rioolheffing voor grootverbruikers geldt vanaf 301 kubieke meter; voor alles daaronder geldt het huishoudtarief. Maar het gemiddelde waterverbruik ligt dus aanzienlijk lager dan de 300 kubieke meter die nu standaard voor elk huishouden wordt gerekend, ontdekten de Partij voor de Dieren, ChristenUnie en D66.

Zij kwamen met een motie om een herverdeling te onderzoeken, die de steun kreeg van Democratisch Zaanstad, Lokaal Zaans, de Groep Lassooy, de Partij voor Ouderen en Veiligheid, Rosa en de SP. Er is geen algemeen geldende norm voor de rioolheffing of voor de berekening van de gemeentelijke taks voor verschillende groepen gebruikers: zo hanteert Amsterdam voor huishoudens en kleinverbruikers een tarief dat ongeveer 50 procent lager ligt dan dat in Zaanstad.

De economische belangen bij investeringen in goed watermanagement zijn voor huishoudens wezenlijk anders dan voor grote bedrijven en de industrie en een heffing die gebaseerd is op het daadwerkelijke waterverbruik kan een prikkel zijn om er zuinig mee om te gaan, aldus de motie. Het college moet nu enkele tariefscenario’s uit laten werken waarbij het vaste tarief tot 300 kubieke meter lager wordt en bij een groter verbruik juist hoger. De bedoeling is dat de opbrengst onderaan de streep voor de gemeente gelijk blijft.