Mag het wel, mag het niet of moest het zelfs? Er is nog veel onduidelijk over het besluit van wethouder Natasja Groothuismink om de namen van (voormalige) inwoners op wie de gemeente meent een vordering te hebben te publiceren in het Stadsblad. Liefst 24 namen, met de openstaande bedragen, kwamen zo op straat te liggen.
Volgens de wethouder was die publicatie juridisch in orde en zelfs noodzakelijk in het kader van gelijke behandeling: inwoners met een bekend adres die de gemeente nog geld schuldig zijn kunnen uiteindelijk een deurwaarder op de stoep verwachten, maar mensen die uit beeld verdwenen zijn zouden ermee weg kunnen komen. Hoe hert precies zit wordt nog grondig uitgezocht door de Autoriteit Persoonsgegevens, die Zaanstad om nadere informatie heeft gevraagd maar in eerste instantie afkeurend reageerde.
In de gemeenteraad riep de actie vragen op bij Democratisch Zaanstad, de Partij voor de Dieren en de ChristenUnie. Die van DZ worden nog schriftelijk beantwoord; de beide andere partijen kregen gisteren al enige verduidelijking van de wethouder. Zij noemden het 'zeer ernstig dat (mogelijk kwetsbare) mensen op deze manier aan de schandpaal worden genageld'. Publicatie van dergelijke gegevens kan niet alleen stigmatiserend werken, maar kan ook mensen ten onrechte extra schaden omdat het onduidelijk is waarom mensen (mogelijk) een schuld hebben gekregen, aldus de raadsleden Melchior Mattens (PvdD) en Naomi Vink (CU). Uitsluitsel daarover moet dus nog worden afgewacht.