Geen extra ruimhartige regels voor leenbijstand statushouders

31 okt , 14:32 Gemeente
screenshot 20241031 140215
PxHere / CC0 Public Domain
Zaanstad geeft statushouders die hier een woning krijgen bijzondere bijstand voor inrichtingskosten in de vorm van een lening. Hiervan kunnen bijvoorbeeld een koelkast, bank, bed, wasmachine en een tafel worden gekocht. Hiernaast geeft de gemeente bijstand ‘om niet’ om de stoffering van het huis te bekostigen, zoals tapijt, verf en gordijnen. De lening moet gedurende maximaal drie jaar op basis van draagkracht worden afgelost.
Feitelijk komt dit erop neer dat een deel van de lening wordt terugbetaald, heeft wethouder Natasja Groothuismink de raad laten weten naar aanleiding van een motie van de Partij voor de Dieren en de SP, die eerder dit jaar pleitten voor een ruimhartige toepassing van de regels. De wethoudr beloofde daarnaar te zullen kijken, waarop de motie werd ingetrokken. Een alleenstaande zonder kinderen krijgt 5683 euro aan leenbijstand voor inrichtingskosten en hiervan wordt door een alleenstaande met een uitkering maximaal 2355 euro afgelost, aldus Groothuismink. 

Wettelijk geregeld

Sinds op  1 januari 2021 de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet ivan kracht is moet iedereen, los van zijn of haar situatie, maandelijks vijf procent aflossen op leningen. Dat is wat onder meer statushouders nu doen. 'Consulenten maken zeer sporadisch mee dat iemand in de problemen komt door de aflossing. Als dit het geval is, kan en wordt op basis van de individuele situatie vrijstelling verleend. 'Duurzame gebruiksgoederen’ zoals een koelkast en een bed vallen volgens de Participatiewet onder de algemene kosten van bestaan en moeten daarom van het eigen inkomen worden betaald.
Iedereen wordt door de wetgever geacht voor de algemene kosten van bestaan geld te reserveren. Hetzij door vooraf te sparen, hetzij door achteraf te lenen en vervolgens af te lossen. Als iemand dus niet vooraf heeft kunnen sparen door individuele bijzondere omstandigheden en niet zelf kan lenen bij een bank, dan kan de gemeente mogelijk – afhankelijk van de individuele situatie - bijzondere bijstand in de vorm van leenbijstand geven,' aldus Groothuismink.

Gelijke monniken, gelijke kappen

Op basis van artikel 51 in de Participatiewet is het echter mogelijk bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen ‘om niet’ te verschaffen. 'Als de raad dit zou willen, dan geldt deze bijstand ‘om niet’ voor alle inwoners die bijzondere bijstand ontvangen voor duurzame gebruiksgoederen waaronder inrichtingskosten. Dit zijn bijvoorbeeld inwoners die na dakloosheid een huis gaan bewonen of vrouwen die uit een opbanghuis naar een reguliere woning verhuizen.
Het ‘om niet’ verstrekken van de bijzondere bijstand werkt wel een zekere ongelijkheid in de hand met inwoners die vooraf hebben gereserveerd van hun uitkering. Daarom wordt de bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen verstrekt in de vorm van een lening, zodat de inwoner alsnog, maar dan achteraf, voor deze kosten reserveert.'
Het is niet mogelijk alleen aan de groep statushouders de leenbijstand voor inrichtingskosten ‘om niet’ te verstrekken en ook is het niet mogelijk om deze groep op een andere manier te compenseren. Mocht de raad van Zaanstad de leenbijstand voor duurzame gebruiksgoederen willen omzetten naar bijstand ‘om niet’ dan zou dat jaarlijks gemiddeld 6,5 ton aan misgelopen inkomsten schelen. 

De cijfers

Om een beeld te krijgen van het aantal statushouders en niet-statushouders die leenbijstand ontvangen is gekeken naar de aantallen op 1 januari 2024. Op dat moment hadden 360 statushouders en 258 andere inwoners leenbijstand en 157 van deze statushouders ontvingen een uitkering waarvan ze de lening moesten terugbetalen. De overige 203 statushouders ontvingen geen uitkering meer.