Mensen kunnen hun keuze in het Donorregister op elk moment veranderen en tussen 1 januari 2022 en 1 januari 2024 hebben ruim 20.000 volwassenen hun keuze gewijzigd van expliciete toestemming naar geen toestemming, terwijl 6.000 mensen de omgekeerde route volgden. Cijfers voor Zaanse switchers zijn er niet; wel is duidelijk dat 47 procent van de inwoners geen orgaandonor wil zijn.
Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Bijna 35.000 mensen die in 2022 geregistreerd stonden als geen bezwaar tegen orgaandonatie, kozen in 2024 voor geen toestemming, en 16.000 voor expliciete toestemming. Voor het Donorregister moest tot 2020 expliciet een keuze worden gemaakt over donatie van organen en weefsels na overlijden. Degenen die geen keuze maakten, stonden niet geregistreerd in het register.
In de donorwet van 1 juli 2020 is geregeld dat alle inwoners van Nederland van achttien jaar of ouder, wanneer zij zelf geen keuze vastleggen, in het Donorregister worden opgenomen met de registratie ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. Zij worden sinds deze wetswijziging als potentiële orgaandonor gezien. In 2024 hadden – net als in 2022 - 3,3 miljoen mensen geen eigen keuze ingevuld in het Donorregister en zij staan daardoor geregistreerd als ‘geen bezwaar’.
Op 1 januari 2020 had – onder de oude donorwet - 49 procent van de bevolking van achttien jaar of ouder een eigen keuze ingevuld in het Donorregister. Dit betekent dat zij expliciet toestemming of juist geen toestemming gaven voor orgaandonatie, of dat een familielid of een aangewezen persoon beslist over eventuele orgaandonatie. Op 1 januari 2024 was dat 72 procent. Een minderheid van 41 procent van de volwassenen die een eigen keuze hebben ingevuld in het Donorregister gaf geen toestemming voor orgaandonatie, tegen 34 procent in 2020.
Volwassenen met herkomst buiten Nederland zijn vaker geen donor: 34 procent van de volwassenen met een Nederlandse herkomst wil geen donor zijn volgens de cijfers op 1 januari dit jaar, maar onder volwassenen met een herkomst buiten Nederland was dit 64 procent. Achttien-plussers met een Marokkaanse of Turkse herkomst gaven het vaakst geen toestemming voor orgaandonatie (96 en 89 procent), volwassenen met als herkomst Europa of Indonesië het minst vaak (45 procent).
Dat mensen met een niet-Nederlandse herkomst minder vaak donor zijn, leidt mogelijk tot een tekort aan donoren voor deze groep. De kans om een passend orgaan te vinden, dat niet wordt afgestoten door het lichaam, is het grootst als dit orgaan afkomstig is van iemand met dezelfde achtergrond.