Gemeente komt met stormprotocol voor markten, ook voor ander extreem weer

06 jun , 14:30 Bedrijvigheid
screenshot 20250606 131227
Google Street View

De gemeente heeft een stormprotocol voor de markten gepubliceerd. Bij harde wind en andere extreme weersomstandigheden ontstaan er mogelijk risico’s voor de bezoekers en de kooplieden en vanuit het oogpunt van veiligheid, eenduidigheid en inzichtelijkheid is daarom een protocol opgesteld. Daarin staat wie er verantwoordelijk is, welke stappen gevolgd moeten worden en welke richtlijnen er gelden om tot een verantwoorde en inzichtelijke beslissing te komen bij extreem weer. 

In de Marktverordening Zaanstad 2024 is geregeld dat de marktmeester verantwoordelijk is voor het toezicht op de markt. Bij zware weersomstandigheden zoals bij een vrij krachtige wind kan deze functionaris besluiten om de markt af te blazen of direct te beëindigen. Hierbij wordt er zoveel mogelijk gekeken naar de veiligheidsmogelijkheden, de ligging van de markt en de situatie op de markt. Het stormprotocol geldt zowel voor kramen als voor verkoopwagens. Maatregelen die kunnen worden opgelegd zijn onder andere het aanbrengen van span- of stormbanden, het inschuiven van de markt of het opruimen van losse kramen. Het uitgangspunt dat de markt doorgaat tenzij de veiligheid in het geding is.

Lege kramen

Als de marktmeester op basis van de veiligheid vindt dat de markt enkel kan doorgaan met verkoopwagens dan is dit ook mogelijk. Hiermee wordt voorkomen dat losse kramen door harde wind omvallen dan wel wegwaaien en voor gevaarlijke situaties zorgen. De constatering dat er sprake is van een storm of (zware) windstoten kan zich op verschillende momenten voordoen. De kramenzetter is verantwoordelijk voor de lege kramen op de markt. Dit geldt vanaf de start van de opbouw tot het einde van de afbouw. Bij stormachtig weer moet hij met voldoende materieel en personeel aanwezig zijn om lege kramen te verwijderen.

Windkracht

De ernst van een storm voor een markt wordt door drie hoofdfactoren bepaald: de windkracht, de windrichting en de locatie van de markt. Bij een windkracht van 4 Bft of minder hoeven er normaal geen extra maatregelen te worden getroffen. In het protocol wordt uitgegaan van een grenswaarde van 5 Bft. Het KNMI spreekt dan van ‘vrij krachtige wind’. Vanaf 5 Bft moeten de span- of stormbanden worden aangebracht. Vanaf een windkracht van 6 Bft kan de marktmeester besluiten geen kramen te (laten) plaatsen. Vanaf een windkracht van 8 Bft is het doorgaan van de markt twijfelachtig en vanaf van 9 Bft kan er door het KNMI een weeralarm worden afgegeven.

Bron: KNMI
Bron: KNMI

Hoewel de windkracht en de windrichting belangrijke factoren zijn in de bepaling van de toe te passen stappen van het stormprotocol, moet iedere keer de specifieke situatie op de markt als uitgangspunt worden genomen. De marktsituatie, de windkracht en de windrichting moeten in samenhang beoordeeld worden voor de veiligheid van de markt, de kooplieden en de bezoekers. De marktmeester is hierin de doorslaggevende factor. Dat is ook het geval bij zware sneeuwval, ijzel, hagel, gladheid of overige zware weersomstandigheden, ook wanneer het KNMI geen weerwaarschuwing heeft afgegeven.