De retail laat na bijna zeventien maanden corona en de beperkende maatregelen en winkelsluitingen een opmerkelijk beeld zien, volgens de marktondrzoekers van Locatus. Het aandeel van online groeit ongekend hard, de passantentellingen laten in juni nog steeds veel minder mensen zien, maar de leegstand in middelgrote steden daalt.
Vorig jaar was er nog een kleine groei in leegstaande winkelpanden, in 2021 is die maand tot maand gedaald tot 7,2 procent op 1 augustus van dit jaar. In absolute aantallen stonden er op 1 augustus 600 panden minder leeg dan op 1 januari 2021. De verklaring voor deze paradox is dat het gaat om een landelijk gemiddelde, aldus Locatus: er zijn duidelijke verschillen in branches en type winkelgebieden. Daarnaast speelt transformatie naar niet-retail een belangrijke rol.
Dagelijkse winkels buiten schot
Dagelijkse winkels zijn redelijk buiten schot gebleven bij alle coronabeperkingen. ‘Sterker nog, door de langdurige sluiting van de horeca hebben veel dagelijkse branches een aanzienlijke omzetgroei gekend. Niet alleen supermarkten, maar ook de speciaalzaken zoals slagers, kaaswinkels en traiteurs. Het gevolg is dat in winkelgebieden die zich vooral op dagelijks aanbod richten, de leegstand daalde van 9,1 procent begin dit jaar tot 8,4 procent nu.’
Drukke, grote stadscentra zwaarder getroffen
Andere sectoren die goed scoren zijn de meubel- en doe-het-zelf branches. Op de meubelboulevards daalt de leegstand. Aan de andere kant laten de zeventien grootste centra van Nederland een veel minder rooskleurig beeld. Daar steeg de leegstand juist van 7,9 begin dit jaar, naar 8,3 procent nu. Voor corona waren dit centra die het relatief goed deden, maar de toename van online aankopen, het mijden van drukke plekken en het wegblijven van internationale toeristen wordt daat nu het hardst gevoeld.
