Watersportbedrijven vrezen nieuwe toeristenbelasting

11 mrt 2021, 14:58 Bedrijvigheid
screenshot 20210311 144552
Google
Jachtwerf Kokernoot, Bijdam, de Zaanhaven, jachthaven Nauerna en Varen in de Zaanstreek zijn petities gestart tegen de watertoeristenbelasting die Zaanstad met ingang van dit jaar heeft ingevoerd en die de sector treft op een economisch dieptepunt. Vorig vaarseizoen ging grotendeels verloren door corona en nu wenden de ondernemers in nood zich met een verzoek tot uitstel tot de raad.
Voor de verhuur van boten moeten zij nu twee euro per etmaal in rekening brengen aan niet-ingezetenen van Zaanstad. Dat vergt nogal van administratie, maar het voelt ook ongemakklijk en niet erg gastvrij, schrijven ze in een brief aan de gemeenteraad. Bovendien verzwakt het de concurrentiepositie ten opzichte van bedrijven op een geringe afstand, zoals in Oostzaan, waar geen sprake is van een dergelijke gemeentelijke heffing. De belasting geldt ook voor vaste ligplaatsen, waarvoor jaarlijks 75,60 euro moet worden afgedragen. Dat bedrag is gebaseerd op een gemiddeld aantal aanwezige personen van 2,1 gedurende achttien etmalen. Afwijkingen daarvan moeten worden bijgehouden, en dat zal in de praktijk betekenen dat al het komen en gaan van de jachthavengebruikers moet worden vastgelegd.

Geen incassobureau worden

De ondernemers vrezen ook conflicten met klanten die wel hun ligplaats hebben betaald, maar niet de watertoeristenbelasting, Moeten zij dan als een soort incassobureau gaan fungeren of zelfs mensen gaan wegsturen? Een boot van vier meter kost jaarlijks even veel als eentje van acht meter, en dat wordt door eigenaren als onrechtvaardig ervaren. De exploitanten van de havens kunnen het ook niet uitleggen, schrijven ze. Maar ze doen wel een handreiking om tot een in hun ogen betere oplossing te komen.

Liever vignetten

De ondernemers stellen voor om voor booteigenaren en dus ook voor de verhuurders in Noord-Holland vignetten in te voeren die ze jaarlijks moeten aanschaffen in hun woonplaats of plaats van vestiging. Het geld dat zij daarvoor aan de gemeente betalen kan dan worden gezien als een belastingbijdrage voor de mogelijkheid om gebruik te kunnen maken van het oppervlaktewater en de daaraan verbonden natuur. De handhaving kan dan aan de daarvoor opgerichte instanties worden overgelaten en de ondernemers hoeven zich daar verder niet druk over te maken. Ze bepleiten daarom uitstel van een jaar voor de invoering van de watertoeristenbelasting en stellen voor dat Zaanstad de heffing gedurende dit jaar nog eens tegen het licht houdt om tot een werkbaarder systeem te komen.