Veel 55-plussers met een koopwoning geven aan mogelijk binnen twee jaar te willen verhuizen, waarbij de voorkeur uitgaat naar een kleinere en levensloopbestendige woning. Dat blijkt uit onderzoek van De Hypotheker onder ruim 300 mensen in deze doelgroep. Vanwege de grote schaarste aan beschikbare seniorenwoningen verwachten ruim zeven op de tien echter dat het moeilijk zal zijn om zo’n woning te vinden.
Ruim driekwart denkt daarom dat zij noodgedwongen langer in hun bestaande woning zullen blijven, aldus het onderzoek. Het aantal hypotheekaanvragen onder 55-plussers is in de afgelopen drie maanden met twaalf procent gegroeid ten opzichte van dezelfde periode in 2023. Ondanks deze toename is het aandeel van 55-plussers in het tótale aantal hypotheekaanvragen voor de aankoop van een woning echter nog gering, benadrukt De Hypotheker. Dit is nu 12 procent, terwijl het aandeel in dezelfde periode vorig jaar nog veertien procent was.
Starters blijven veruit de grootste groep die zich in de afgelopen periode op de aankoop van een woning heeft georiënteerd. Zo is het aandeel jonge huizenkopers tot 35 jaar maar liefst 57 procent. De 55-plussers die een verhuizing overwegen doen dat vooral omdat ze liever kleiner (52 procent) of in een levensloopbestendige woning (46 procent) zouden willen wonen. Daarnaast geven bijna drie op de tien ouderen aan op termijn te willen verhuizen naar een andere locatie.
Het benutten van de overwaarde is een minder belangrijke drijfveer om te verhuizen: dit wordt door 23 procent als argument genoemd. Voor ruim zeven op de tien 55-plussers geldt qua woonwensen dat zij het liefst gelijkvloers willen wonen en bijna de helft vindt het belangrijk vlakbij voorzieningen als winkels en het openbaar vervoer te zijn. Bijna een derde (32 procent) geeft aan dat zij in hun huidige omgeving willen blijven wonen, terwijl ruim één vijfde de woning zou willen verruilen voor een huis in de buurt van hun kinderen, andere familieleden of vrienden.
Maar het kopen van een nieuwe woning is niet voor alle 55-plussers een optie, vanwege het beperkte aanbod dat aan de eigen woonwensen voldoet (38 procent) en het krappe aanbod op de woningmarkt als geheel (35 procent). Als zij binnen twee jaar geen passende woning kunnen vinden, betekent dit voor bijna driekwart dat zij in hun huidige woning blijven wonen. Eén op de tien ouderen zou er dan voor kiezen de woning te verbouwen of levensloopbestendig te maken.
Wanneer deze groep huizenbezitters langer in hun huidige woning blijft wonen omdat er onvoldoende passend aanbod beschikbaar is, heeft dit nadelige effecten op de doorstroming van de woningmarkt, benadrukt Chris van der Salm, franchisenemer van De Hypotheker in Zaandam. 'De vraag naar levensloopbestendige woningen overtreft al enige tijd het aanbod. Zo worden 55-plussers steeds actiever op de huizenmarkt, maar lopen zij door de schaarste aan geschikte woningen tegen de grenzen van hun mogelijkheden aan. Zo blijkt uit ons onderzoek dat ruim driekwart van de 55-plussers noodgedwongen in hun huis blijft wonen en dat is ongunstig voor de doorstroming op de huizenmarkt.'
'Het aantal senioren zal door de vergrijzing alleen maar toenemen. Het is daarom van groot belang dat er meer passende woningen worden gerealiseerd die aan de woonwensen van deze leeftijdsgroep voldoen. Het Economisch Instituut voor de Bouw concludeerde eerder dit jaar dat doorstroming onder senioren kan leiden tot een aanzienlijke toename van het aantal beschikbare woningen. Als deze groep huizenbezitters in beweging komt, zet dit meerdere verhuisketens in gang waardoor er meer woningen beschikbaar komen voor andere huishoudens zoals starters en doorstromers. Dit geeft een positieve impuls aan het beschikbare woningaanbod,' aldus Van der Salm.