In 2022 is bijna zeven procent van alle vrijgekomen corporatiewoningen toegewezen aan huishoudens met statushouders. De Zaanstreek zat daar met 6,6 procent net iets onder, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In het zuidoosten van Drenthe was het elf procent, en daarmee ging die regio aan kop.
Ook in de regio’s Alkmaar en omgeving, de agglomeratie Haarlem en een deel van Zeeland was dit percentage (tussen de negen en tien) relatief hoog. Twente stond met één procent helemaal onderaan. In 2022 kwamen rond 162.500 corporatiewoningen vrij en zo'n 11.000 daarvan werden vervolgens toegewezen aan een huishouden met een statushouder. In alle vier de voorgaande jaren lag dit tussen de vier en zes procent.
Statushuishoudens lieten minder vaak een vrije woning achter dan andere huishoudens. Het gaat in deze groep ook vaker om stellen met kinderen dan bij huishoudens zonder statushouders (respectievelijk 32 en zeven procent). Huishoudens zonder statushouder die verhuisden naar een corporatiewoning waren juist vaker alleenstaanden, eenoudergezinnen of stellen zonder kinderen. In 2022 verhuisden 15.000 stellen met kinderen naar een corporatiewoning. Bijna een kwart hiervan was een stel met een statushouder. Bijna driekwart van deze stellen met een statushouder verhuisde vanuit een COA-locatie of hadden minder dan een jaar geleden een verblijfsstatus gekregen.