De miljarden euro’s die het kabinet op de plank laat liggen moeten worden uitgegeven aan het nakomen van afspraken die zijn gemaakt over het verlengen van de Noord-Zuidlijn naar Hoofddorp, het werk aan Zuidasdok, het sluiten van de metroringlijn en het aanleggen van de IJmeerverbinding. De onrust groeit over de uitvoering van deze projecten.
Dat schrijven bestuurders uit de Metropoolregio Amsterdam in een brief aan minister Barry Madlener en staatssecretaris Chris Jansen van Infrastructuur en Waterstaat. De afspraken tussen kabinet en regio over investeringen in het toekomstbestendig maken van hoogwaardige infrastructuur voor spoor en weg zijn mede gemaakt met het oog op de voorgenomen bouw van 175.000 woningen in de MRA tot 2030.
Zorgen
In de brief schrijven de MRA-bestuurders dat de samenwerkende overheden in de MRA met instemming in het regeerakkoord hebben gelezen dat het kabinet samen met medeoverheden wil investeren in infrastructuur. ‘Toch maken wij ons zorgen over forse financiële beperkingen, die soms groter lijken dan ze hoeven te zijn,' laten ze aan de bewindslieden weten. ‘Wat ons verwondert, is dat wij jaarlijks met lede ogen toezien dat er onderbenutting is van Rijksgelden en er miljarden euro’s op de plank blijven liggen.’
De MRA-bestuurders wijzen erop dat in 2023 een tekort van 18,3 miljard euro op de Rijksbegroting werd voorspeld, terwijl het uiteindelijke tekort slechts 3,5 miljard bleek te zijn. Op grond van het grotere tekort dat werd verwacht, heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ervoor gekozen om 1,84 miljard euro uit het gereserveerde budget van de doortrekking van de Noord-Zuidlijn aan te wijzen voor de dekking van het tekort. ‘Achteraf blijkt dat een veel kleiner bedrag had volstaan,' stellen de regiobestuurders vast. Maar het bedrag is later niet meer toegevoegd aan de reservering voor de Noord-Zuidlijn.
Onzekerheid
Dit leidt tot onzekerheid, schrijven de MRA-bestuurders. In de regio hebben verschillende partijen zich ervoor ingespannen om 1,4 miljard euro bij te dragen aan de verlening van de metrolijn. Hoe langer het duurt, hoe meer de onzekerheid over deze bijdrage toeneemt. In hun brief doen de MRA-bestuurders daarom een dringend beroep op de minister en staatssecretaris om met het kabinet in gesprek te gaan, ‘zodat meevallers uit de totale Rijksbegroting ook ten goede komen aan het mobiliteitsfonds’. Zij sluiten hun brief af met het aanbod om samen met het kabinet op te trekken om het investeringspakket van de MRA uit te voeren. ‘Graag gaan we hierover nader in gesprek.’