Huishoudens met een laag inkomen en een hoge energierekening kunnen opnieuw terecht bij het Tijdelijk Noodfonds Energie om de hoge kosten voor gas en stroom op te vangen. In 2023 en 2024 hebben in totaal ruim 160.000 huishoudens gebruik gemaakt van het Noodfonds. Daarmee zijn geldzorgen, oplopende schulden en afsluitingen voorkomen.
Het Tijdelijk Noodfonds Energie is een initiatief van de Rijksoverheid in samenwerking met energieleveranciers. Nieuw dit jaar is dat ook huishoudens met een blokverwarming een aanvraag kunnen indienen. Het Noodfonds betaalt voor huishoudens die in aanmerking komen voor de subsidie een deel van de energierekening gedurende de zes maanden na hun aanvraag. De uitbetaling loopt via de leverancier of bij blokverwarming rechtstreeks op de bankrekening van het huishouden.
Het aantal mensen dat steun wil aanvragen voor hun energiekosten is sinds de openstelling gisteren zó hoog dat de systemen van het UWV overbelast zijn geraakt, meldt een woordvoerder vandaag. Het noodfonds heeft al zo'n 15.000 aanvragen binnengekregen. Bij het aanvragen van de regeling hebben mensen inkomensgegevens uit de systemen van het UWV nodig. Maar vanwege de 'enorme drukte' zijn die systemen overbelast geraakt. Daardoor belanden sommige aanvragers in een wachtrij van zo'n 20 minuten. De woordvoerder adviseert mensen die het niet lukt om het laat in de avond of vroeg in de ochtend nog een keer te proberen.
Vanuit het Rijk is ditmaal 56,3 miljoen euro beschikbaar voor het fonds. De energieleveranciers Budget Energie, Clean Energy, Essent, Engie, Eneco, Greenchoice, Innova, Pure Energie en Vattenfall en de netbeheerders Alliander, Enexis, Stedin, Tennet en GasUnie hebben samen 13,2 miljoen bijgedragen om het Noodfonds mogelijk te maken. Dankzij deze publiek-private samenwerking is het mogelijk ook in 2025 tienduizenden huishoudens te ondersteunen.
Het Noodfonds kijkt naar de verhouding tussen de energierekening en het gezamenlijk bruto-inkomen. Als de energielasten meer dan acht procent (bij inkomens tot 130 procent van het sociaal minimum) of meer dan tien procent (bij inkomens tussen 130 en 200 procent van het sociaal minimum) bedragen, dan springt het Noodfonds bij. Het maakt niet uit welke energieleverancier het huishouden heeft.