Een mantelzorger uit Wormer heeft geen recht op een urgentieverklaring voor een woning in Amsterdam om zodoende sneller bij zijn zorgbehoevende zus en ouders in de hoofdstad te kunnen zijn. De Raad van State vraagt zich af of verhuizen wel de oplossing is. De reistijd zou binnen Amsterdam zelfs hoger kunnen uitvallen, afhankelijk van de plek van de woning.
De man uit Wormer moet regelmatig in de nacht naar Amstrerdam afreizen om zijn zus bij te staan, die aan onder meer schizofrenie en een posttraumatische stressstoornis lijdt. Om de zware belasting die dit met zich meebrengt te verlichten vroeg de Wormernees een urgentieverklaring aan bij de gemeente Amsterdam, die geweigerd werd. Maar de hulp die hij biedt kan volgens de man niet door zorgprofessionals geleverd worden. Die stelling is volgens de uitspraak van de RvS echter onvoldoende onderbouwd, zoals ook Amsterdam stelde in haar afwijzing.
De zorgtaken bij de ouders, zoals steunkousen aantrekken, insuline toedienen en de slaapapneu-apparatuur controleren, kunnen worden verlicht door het uitbreiden van de thuiszorg naar drie keer per dag: bij het ontwaken, in de middag en bij het slapen gaan. De GGD-arts acht de zus in staat om zelfstandig te wonen met hulp van professionele en netwerkondersteuning. Dit betekent dat zij niet alleen afhankelijk is van het verlenen van de mantelzorgtaken. Zij kan gebruikmaken van professionele voorzieningen in de vorm van persoonlijke verzorging (hulp bij medicatie). Daarnaast kan ze haar huidige vier uur per week aan ambulante ondersteuning uitbreiden. Die opties zijn door de zoon en broer echter niet uitgeplozen.