Kabinet wil vergunningvrij bouwen op eigen erf mogelijk maken

13 mrt , 13:37 Actueel
screenshot 20250313 121308
Google Street View

Het kabinet zet in op maatregelen die de bouwprocedures versnellen en versoepelen en één van de opvallendste wijzigingen is het schrappen van de vergunningsplicht voor het bouwen van een extra woning op eigen erf. Dat zal op het stadhuis in Zaandam en in de lokale politiek met gemengde gevoelens worden ontvangen: wat zou dat betekenen voor het behoud van de karakteristieke linten?  

Tot nu toe is het verplicht om een vergunning aan te vragen voor het bouwen van een extra woning op eigen grond, bijvoorbeeld voor mantelzorg of een familiehuis. Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting wil deze belemmering wegnemen, zodat huiseigenaren zonder bureaucratische rompslomp extra woonruimte kunnen realiseren. Door deze stap wordt het eenvoudiger om bijvoorbeeld een tiny house of een aparte woonunit voor ouders of kinderen te bouwen.

Meer bouwen

Door regelgeving te versoepelen en vergunningstrajecten te verkorten, hoopt het kabinet de bouwproductie te verhogen. Op dit moment zijn er in Nederland ruim 400.000 woningzoekenden, en elk jaar moeten er minstens 100.000 nieuwe woningen worden gerealiseerd om aan de groeiende vraag te voldoen. In de praktijk blijft dit een uitdaging, aangezien het afgelopen jaar slechts 82.000 nieuwe woningen werden gebouwd.

Tijdelijk of niet?

Een belangrijk punt van discussie is nu wat er met een extra woning gebeurt wanneer de oorspronkelijke bewoners vertrekken. Momenteel geldt de regel dat een mantelzorgwoning moet worden verwijderd zodra de mantelzorg stopt. Dit zorgt voor onzekerheid bij huiseigenaren die willen investeren in een extra woning. Het is nog onduidelijk of de nieuwe wetgeving dit probleem oplost en toelaat dat de woning bijvoorbeeld wordt verhuurd of door anderen wordt bewoond.

Naast deze versoepeling geeft de nieuwe wet het Rijk ook meer zeggenschap over woningbouwplannen. Het doel is om te garanderen dat tweederde van de nieuwe woningen betaalbaar blijft voor mensen met een laag of middeninkomen. Dit betekent dat gemeenten en projectontwikkelaars rekening moeten houden met strikte richtlijnen over de verdeling tussen sociale huur, middenhuur en koopwoningen.

Minder lokale invloed

Obstakels blijven de stikstofwetgeving en lokale bezwaren. Wanneer een gemeente of wethouder zich verzet tegen bouwplannen, kan dit de voortgang ernstig vertragen. Met de nieuwe wet krijgt de woonminister de mogelijkheid om bouwplannen door te drukken en bezwaarprocedures te verkorten. Dit moet voorkomen dat bureaucratie en lokale politiek de woningbouw blijven hinderen. De komende maanden zal blijken hoe de nieuwe wetgeving wordt ingevuld en welke aanvullende maatregelen nodig zijn om de woningbouw verder te versnellen.