Groen licht voor 355 nieuwe Zaanse woningen in eerste vijf maanden 2025

Voor de bouw van 33.000 woningen zijn in de eerste vijf maanden van het jaar vergunningen afgegeven. Dat is iets minder dan in 2024, toen het er 38.000 waren. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. In de Zaanstreek ging het om 355 vergunningen. 

Sinds deze maand baseert het Centraal Bureau voor de Statistiek cijfers over de vergunningen voor nieuwbouwwoningen op de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. Door deze nieuwe bron komen ook ingetrokken vergunningen in beeld: in de eerste vijf maanden waren dat  ruim 1700 woningen die niet gebouwd gaan worden. Naast vergunde nieuwbouwwoningen publiceert het CBS nu ook cijfers over verleende vergunningen voor woningen die aan bestaande panden worden toegevoegd, zoals woningsplitsingen.

Ook in dit opzicht loopt 2025 achter op 2024: waren er vorig jaar in de eerste vijf maanden nog 6500 vergunde toevoegingen, dit jaar zijn dat er maar 5000. Niet alle vergunde toevoegingen leiden overigens tot een woning: er worden ook weer vergunningen ingetrokken (500 tot dusver dit jaar), en bij het opleveren van een toevoeging vindt er vaak ook een onttrekking plaats.

Onze regio goed bedeeld

In absolute aantallen werden in Groot-Rijnmond (met onder andere Rotterdam) de meeste woningen vergund om gebouwd te worden: 4900. Daarna komen Groot-Amsterdam, Utrecht, Zuidoost Noord-Brabant en de Veluwe. Hekkensluiters zijn Zuidwest Friesland en Gooi en Vechtstreek met elk minder dan 100 vergunde woningen.

Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek

Door de inzet van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen om het aantal vergunde nieuwbouwwoningen te meten, blijkt dat er in de afgelopen jaren meer woningen zijn vergund dan eerder gepubliceerd. Voorheen publiceerde het CBS cijfers gebaseerd op enquêtes onder gemeenten. Over de periode 2015 - 2022 zijn in de BAG gemiddeld vijftien procent meer vergunde nieuwbouwwoningen gemeld. Dit verschil is in 2023 en in 2024 groter geworden. Verschillen tussen de BAG en de enquêtes zijn niet eenduidig te verklaren, blijkt uit onderzoek.