Geld voor verdere professionalisering De Bieb met de wind in de zeilen

Zaanstad krijgt dit jaar en in 2026 opnieuw 476.098 euro van het Rijk voor de versterking van de bibliotheek. Het geld gaat naar de herinrichting van de vestigingen in Zaandam en Krommenie en naar de verdere professionalisering van de organisatie, onder meer door scholing en het toevoegen van nieuwe functies zoals een manager en programmeurs / coördinatoren voor jeugd, volwassen en ouderen.

Voor de besteding van de uitkering in 2026 wordt door de Bieb een nieuw plan opgesteld. Een feel ervan wordt besteed aan ambtelijke ondersteuning vanuit de gemeente en aan de inventaris voor het toekomstige Bieb-filiaal in het Huis van de Wijk in Poelenburg. Het Rijk vindt bibliotheken belangrijke voorzieningen voor het bevorderen van geletterdheid, digitale vaardigheden en sociale cohesie en gemeenten krijgen een wettelijke zorgplicht om hun inwoners daar maximaal toegang toe te verlenen.   

Prestatie van formaat

Volgens onderzoek van de Vereniging van Openbare Bibliotheken waren nog nooit eerder zoveel kinderen en jongeren lid van de openbare bibliotheek als vorig jaar: 2,4 miljoen in de leeftijd tot achttien jaar ofwel 73 procent van alle Nederlandse jeugd. Ook jongvolwassenen tot en met 30 jaar sloten zich meer aan. Daarmee groeide het totaal aantal leden in 2024 met twee procent naar ruim 3,7 miljoen, ruim één op de vijf inwoners. 'In een tijd waar smartphones en social media steeds meer aandacht opeisen van de jeugd is dat een prestatie van formaat,' aldus directeur Klaas Gravesteijn.

Spil in de samenleving

Naast het lenen van boeken weten bezoekers de bibliotheek ook te vinden voor andere dienstverlening. Dit past in de transitie van uitleenbibliotheek naar brede maatschappelijke bibliotheek in het hart van de lokale samenleving. In 2024 organiseerden bibliotheken bijna 398.000 activiteiten, een stijging van achttien procent ten opzichte van 2023. Vooral het aanbod rond educatie en ontwikkeling groeide sterk (plus 30 procent). Het gaat hierbij om activiteiten als cursussen digivaardigheid, taaloefengroepen en activiteiten op het gebied van cultuureducatie, mediawijsheid, digitale geletterdheid en digitaal burgerschap.