Geen vierde aanvliegroute, luchtmacht naar het noorden verwezen

22 feb , 13:40 Actueel
screenshot 20250222 103935
Pexels / Magda Ehlers

 Het kabinet ziet af van een vierde aanvliegroute naar Schiphol. Dat schrijft minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens de minister is het niet mogelijk om vier routes goed op het internationale luchtruim aan te sluiten.

Vooral Amsterdam, Amstelveen en Hoofddorp zullen te maken krijgen met meer geluidsoverlast, aldus het Parool. Het is niet de enige verandering. Defensie heeft een groter aaneengesloten oefengebied nodig om te trainen met de F35-gevechtsvliegtuigen en daarvoor is een slimmere en betere indeling van het luchtruim nodig. Civiele toestellen vliegen in de toekomst op bepaalde plekken kortere routes. 'De herindeling vermindert op termijn voor de burgerluchtvaart ook de uitstoot van schadelijke stoffen en geluid op de grond in de buurt van civiele luchthavens,' aldus het ministerie.

Luchtmacht naar het noorden

Op dit moment trainen gevechtsvliegtuigen in het zuiden, het oosten en het noorden van het land. Dit laatste aan zee grenzende deel wordt uitgebreid, zodat er meer ruimte is voor de toestellen. De gemiddelde vlieghoogte is ongeveer zes kilometer tijdens oefeningen, waarvan zich meer dan 80 procent boven zee afspeelt. De gebieden in het zuiden en oosten zijn voor deze activiteiten te klein. Ze worden daarom opgeheven voor dagelijks gebruik, wat inhoudt dat civiele toestellen er niet langer omheen hoeven te vliegen.

Complex

Het herindelen van het Nederlandse luchtruim is complex. Wijzigingen zijn onderling sterk aan elkaar verbonden, want één verandering leidt vaak tot meer aanpassingen. Dat geldt ook in internationaal verband. De luchtruimstructuur van Nederland staat niet op zichzelf, maar is sterk verbonden met het luchtruim van aangrenzende landen en met het Europese en internationale civiele routenetwerk. De plannen voor de nieuwe indeling zijn dan ook tot stand gekomen in nauwe samenwerking met Duitsland en de Europese Network Manager (Eurocontrol).