Nederland heeft dankzij het NK Tegelwippen In totaal 4.548.466 tegels minder, oftewel 413.000 vierkante meter. Dat zijn zo’n 82 voetbalvelden aan groen erbij. Zaanstad deed ook weer mee en boekte een mooi resultaat: het hoogste aantal deelnemers van alle gemeenten. Dat was echter ook meteen de enige eerste plaats.
Het NK Tegelwippen liep van maart tot en met oktober en gedurende die periode , werden in het hele land tegels verruild voor gras, bloemperken, bomen en geveltuinen. Wethouder Wessel Breunesse feliciteert de winnaars Halderberge, Vlaardingen en Arnhem met hun welverdiende gouden scheppen. Zij verwijderden in de drie categorieën kleine, middelgrote en grote gemeente per inwoner de meeste tegels. In Zaanstad 220 inwoners en organisaties mee. 'Fantastisch, want minder tegels en meer groen zorgt ervoor dat onze gemeente koeler, waterbestendig en biodiverser wordt.’
Dit jaar streed Zaanstad met een recordaantal van 173 gemeenten mee in de competitie. Er werden hier 47.258 tegels gewipt en dat leidde tot de vijftiende plaats in het klassement van de 25 grote gemeenten. Arnhem verwijderde de meeste tegels (461.850), ruim tien procent van het totaal aantal gewipte tegels, en won daarmee ook nog eens de gouden tegel.
'Wij willen Zaanstad de komende jaren groener en daarmee gezonder en duurzamer maken. Daarvoor hebben we vier miljoen extra vrijgemaakt. In de Aanpak Vergroening van de Stad
hebben we daar doelen aan gekoppeld voor gezondheid, maatschappelijke betrokkenheid, klimaatadaptatie en biodiversiteit. We willen het verschil maken in de dagelijkse leefomgeving van alle Zaankanters. Zo vergroenen we binnen tien jaar 60 schoolpleinen van basisscholen. Ook maken we buurten met veel steen samen met bewoners groener zoals in de Ooievaarstraat in Zaandam, de Zaanweg in Wormerveer en Assendelft.’
In Zaanstad kunnen inwoners gratis geveltuintjes aanvragen en worden verwijderde stoeptegels gratis opgehaald. Rutte Groep haalde dit jaar 343.700 kilo stoeptegels op die zij circulair verwerken: ook nog eens duurzaam dus. Wat in 2020 begon als tweestrijd tussen Amsterdam en Rotterdam is uitgegroeid tot een landelijke competitie met 50 procent van alle Nederlandse gemeenten.