De Amsterdamse rechtbank heeft het inmiddels gesloten speelpaleis Ballorig in Westerwatering vrijgesproken van schuld aan zwaar lichamelijk letsel dat een spelend kind daar op 10 maart 2019 opliep bij een val. Er had echter wel gezorgd moeten worden voor een veiligere omgeving, wat tot een boete van 1500 euro leidde.
Het Openbaar Ministerie had een boete van 20.000 euro geëist, maar volgens het vonnis was er bij de schederbasisfractuur en polsbreuk die de zevenjarige jongen opliep geen sprake van zwaar lichamelijk letsel in juridische zin. Hij was van een springkussen gevallen, waarna de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit een onderzoek instelde naar Ballorig en naar het Friese bedrijf Sidijk, de producent van het opblaasbare speeltoestel. Dat onderzoek leidde tot een vervolging van zowel Sidijk als Ballorig. De uitspraak in de zaak tegen Sidijk luidde een boete van 750 euro, na een eis van 50.000 euro, waarvan 30.000 voorwaardelijk.
Gebreken
De NVWA concludeerde in haar onderzoek dat Ballorig er onvoldoende aandacht had besteed aan dat het speeltoestel zo was geïnstalleerd dat er bij gebruik geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid van kinderen bestond. Ook werd verzuimd om te checken of er een geldig certificaat van goedkeuring was afgegeven. Het springkussen was niet gecertificeerd en werd geplaatst op een plek die volgens de tenlastelegging niet aan de eisen voldeed. Daarnaast was er geen sprake van continu toezicht.
Te gemakkelijk afgeschoven
De rechtbank ging niet mee in het verweer van de raadsvrouw van Ballorig dat het bedrijf er vanuit mocht gaan dat het springkussen door Sidijk volgens de regels gecertificeerd was. Er stond een nummer van een daadwerkelijk uitgegeven verzamelcertificaat op en Ballorig ging ervan uit dat de keuring dus in kannen en kruiken was. Maar dat is volgens de rechters te gemakkelijk gedacht. Wie een speeltoestel exploiteert moet ervoor zorgen dat het toestel zo is geïnstalleerd, gemonteerd, getest en geïnspecteerd dat er geen gevaren ontstaat, aldus de uitspraak.
Afgekeurd
Het springkussen in kwestie was niet was goedgekeurd voor ingebruikname en had geen geldig certificaat van goedkeuring. De NVWA keurde het op 12 oktober 2018 af en ihet s toen in opdracht van Ballorig gerepareerd door Sidijk. Een keuring door TüV, de aangewezen keuringsinstantie leidde in februari 2019 tot de conclusie dat het speeltoestel niet voldeed en dat een aantal zaken zo spoedig mogelijk moest worden opgelost. Dat was op de dag van het ongeluk in maart nog niet gebeurd.
Zorgplicht
Ballorig had er daarnaast voor moeten zorgen dat binnen anderhalve meter van het kussen geen obstakels aanwezig waren. In die verplichte vrije valruimte stonden echter tafels en stoelen. Bij andere vestigingen van Ballorig zijn naar aanleiding van het ongeluk in Zaandam inmiddels maatregelen getroffen om soortgelijke situaties te voorkomen. De rechtbank vindt het echter strafverzwarend dat Ballorig maar in beperkte mate haar verantwoordelijkheid heeft erkend en zich heeft verscholen achter Sidijk. ‘Daarmee heeft zij zich, ook achteraf, onvoldoende bewust getoond van haar eigen zelfstandige zorgplicht,’ aldus de uitspraak.
