FNV: Werkom niet meer speelruimte geven met 'gratis' werk

06 dec 2021, 8:07 Actueel
screenshot 20211206 080432
Pixabay / Martin Redlin

Mensen ondersteunen richting betaald werk is het doel van het leerwerkbedrijf van Zaanstad en Purmerend, maar de FNV is allesbehalve blij met de manier waarop Werkom dat moet gaan aanpakken. Onder andere door inwoners zes maanden langer onbetaald te laten werken om dat 'te leren'. Daar moeten de raden van beide gemeenten nog wel mee akkoord gaan.

Werkom moet inwoners met een bijstandsuitkering of een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk begeleiden, met leerwerktrajecten en op de persoon toegesneden hulp. Dat kan een plek op de reguliere arbeidsmarkt zijn of, als dat (nog) niet lukt, werk in de beschutte omgeving van het leerwerkbedrijf. Werkom werd opgericht in 2015 met de komst van de Participatiewet . De praktijk is nu echter dat de wetgeving en de bijbehorende financiering vanuit het Rijk niet meer passen bij de complexe realiteit van de huidige arbeidsmarkt, schreven de colleges van de twee gemeenten onlangs aan hun gemeenteraad. Kortom: er moet (te) veel geld bij .

Blik meer op 'buiten'

Zaanstad, Purmerend en Werkom werkten vier toekomstsscenario’s uit om Werkom zo goed mogelijk in de lucht te houden, met een voorkeur van de beide colleges voor het in stand houden van beschutte werkplekken voor mensen die deze echt nodig hebben, maar met een sterke focus op het vinden van een 'gewone' baan via werkervaringsplekken en zogenoemde 'ontwikkelbanen'. In het eerste geval met behoud van de uitkering en in het tweede voor het minimumloon. In het eerste geval dreigt het volgens de vakbond nu mis te gaan, met een verdubbeling van de termijn.

[embed][/embed]

Zaanstad en Purmerend willen hun pilot met ontwikkelbanen nog één of twee jaar voortzetten tot duidelijk is of die van toegevoegde waarde zijn voor de opstap naar regulier werk. Het gaat om tijdelijke dienstverbandem voor mensen die een traject hebben gevolgd bij Werkom, maar die nog niet zijn uitgestroomd naar de arbeidsmarkt. De gedachte hierachter is dat deze ontwikkelbanen niet alleen de kans op regulier werk vergroten, maar dat mensen die betaald aan het werk zijn ook een groter geluksgevoel ervaren en minder aanspraak maken op hulpverleningsinstellingen dan mensen die werkloos thuis zitten.

Samenwerking met werkgevers

Het is de bedoeling dat de samenwerking met werkgevers wordt geïntensiveerd voor het organiseren van leerwerktrajecten en werkervaringsplaatsen, 'waar inwoners gericht de (vak)vaardigheden mee krijgen die ze nodig hebben voor een reguliere werkplek'. 'Daarbij is belangrijk dat de verlenging van de leerwerkplekken als uiterste middel wordt gezien, dat alleen wordt ingezet als er een goede onderbouwing wordt gegeven van wat er in de verlengde periode in de begeleiding anders wordt gedaan dan in het eerste traject,' aldus de beide colleges.

Vier doelgroepen

Werkom heeft globaal te maken met vier heel verschillende doelgroepen: reguliere uitkeringsgerechtigden, mensen met een arbeidsbeperking, statushouders en jongeren. Er zijn volgens het college steeds meer inwoners die intensieve of langdurige begeleiding nodig hebben. De groep mensen met een arbeidsbeperking groeit, statushouders komen moeizaam aan het werk vanwege de cultuurkloof en hun taalachterstand en jongeren vragen weer een hele andere, specifieke aanpak. Complicerende factor: de kansen op werk zijn voor de meeste groepen sinds de invoering van de Participatiewet niet groter geworden.

Weinig vooruitgang

Van de jongvolwassenen met een arbeidsbeperking vindt negen procent meer werk dan onder de oude wetgeving en zij werken ook vaker duurzaam, langer dan een jaar. Maar ze hebben er geen inkomensvoordeel van: het loon weegt niet op tegen de uitkering en ze werken vaak in deeltijd met een tijdelijk contract. Onder de ‘klassieke bijstandsgerechtigden’ zijn de kansen voor regulier werk slechts met één procent toegenomen en de mensen die met een WSW-indicatie op de wachtlijst stonden voor een werkplek hebben sinds de invoering van de wet juist minder kansen op vast werk.

Omzet halen steeds lastiger

Omdat de Wet sociale werkvoorziening is afgesloten komen er steeds minder medewerkers bij Werkom die de omzet moeten behalen die nodig is om de begroting sluitend te krijgen. In die begroting is 8,5 miljoen euro omzet uit opdrachten opgenomen, maar met een dalend werknemersbestand wordt dat bedrag niet gehaald. Werkom moet zich aan die realteit aanpassen. Mensen die beschut werken blijken minder arbeidsvermogen te hebben dan mensen met een WSW-indicatie en slurpen dus een groter deel van het re-integratiebudget op.