Alle archeologische ontdekkingen in Noord-Holland worden jaarlijks verzameld in de archeologische kroniek. In de nieuwste uitgave staan veel foto’s en beschrijvingen van bijzondere opgravingen en de vaak spectaculaire vondsten die in 2016 zijn gedaan, onder meer in Zaanstad.
Wij lichtten er een paar uit, in verschillende delen van de gemeente.
Aan de Dorpsstraat 315-321 in Assendelft werd een oude houten woning gesloopt om plaats te maken voor drie nieuwe huizen. Op het terrein werd mogelijk middeleeuwse ophogingslaag gevonden en ook enige gedempte sloten die, zoals vaker in de Zaanstreek, archeologische vondsten bevatten. Sloten zijn immers de beerputten van het platteland.
Amateurarcheologen vonden op het terrein onder meer blauw-witte tegels met afbeeldingen van soldaten, met in de hoeken zogenoemde Wan-Li-versiering uit de periode 1620-1650. Ook diepten ze ander aardewerk en metalen voorwerpen op, zoals een fragment van een tapkraan. De oudste scherven dateren uit de 16e eeuw. Als de bouwplannen doorgaan, zal vervolgonderzoek moeten worden uitgevoerd.
In maart 2015 deed onderzoeksbureau Hollandia archeologen uit Zaandijk een booronderzoek op het terrein Breedweer 4-10. Daaruit bleek dat op een deel van het terrein resten van 17e- en 18e-eeuwse bewoning te verwachten waren. Gebleken is daarna dat het gebied vanaf de 17e eeuw continu bewoond geweest. Door recente bouw- en sloopactiviteiten was het 17e- en 18e-eeuwse loopvlak al verdwenen.
Desondanks dat was de conservering van de sporen en vondsten goed. Zo is de vrijwel complete plattegrond van een L-vormig huis, waarvan de voorgevel naar het Breedweer wees blootgelegd. De achterzijde lag aan een sloot. Dit huis staat op de topografische kaart uit 1832, die al rond 1815-1820 is opgenomen. In die periode werd er in de Zaanstreek vanwege de crisis waarin Nederland verkeerde weinig gebouwd.
Volgens historische bronnen werd het Breedweer in het begin van de 18e eeuw voor het eerst bebouwd. Links en rechts van de woning zijn fragmenten van funderingen van drie of vier andere huizen of van bijgebouwen gevonden. Datering van de palen is pas mogelijk na dendrochronologisch onderzoek.
De bewoners lieten voor deze tijd aardewerk, waaronder een roodbakkend speelgoedkannetje, pijpenkoppen, voor de Zaanstreek opvallend veel fragmenten van roemers en bekers met vetro-a-filli-versiering, stukken van leren schoenen en allerlei metalen voorwerpen (munten, loodjes en een tapkraan) achter. Een deel van deze vondsten kan uit de 17e eeuw dateren, wat in tegenspraak zou zijn met de algemeen aanvaarde datering van de eerste bebouwing van het Breedweer.
Omdat aan de Padlaan een appartementencomplex gebouwd zal worden, voerde Hollandia archeologen in februari 2016 een proefsleuvenonderzoek uit. Dat leverde een dichtgegooide sloot, ophogingslagen uit de 17e tot de 19e eeuw, greppels en een waterkelder op. De Padlaan is een middeleeuwse verbindingsweg tussen Krommenie en Wormerveer. Hij staat haaks op de uit die tijd daterende hoofdweg van Krommenie, die loopt vanaf het Vlietsend in het zuiden tot De Vlusch in het noorden.
Tijdens de ontginning van het gebied in de 11e en 12e eeuw zijn haaks op deze hoofdweg ontginningssloten gegraven. Een dichtgegooide sloot lag op het achterste deel van het terrein en liep evenwijdig aan de Padlaan. Dit was dus niet zozeer een wegsloot die bij de Padlaan hoorde, maar stamt waarschijnlijk uit de 11e of 12e eeuw.
De sloot werd in 1700-1775 gedempt. Tussen de sloot en Padlaan 12 lag een 17e- of vroeg 18e-eeuwse waterkelder die bij de voorganger van het huidige pand hoorde. Het terrein was opgehoogd met vijf lagen grond, waarin allerlei vondsten lagen. Uit de bovenste laag kwam een cent van koning Willem I (1813-1840), uit de lagen daaronder materiaal uit de 17e tot de 19e eeuw.
In de noordwesthoek van het terrein lag een afvallaag met veel materiaal uit de periode 1700-1775. Op ongeveer 1,15 meter beneden het maaiveld werd een met veenplaggen gevulde kuil gevonden waarin runder- en varkensbotten lagen en een Paffrath-scherf uit de 12e eeuw. Er zijn aanwijzingen gevonden voor een ontginningsboerderij, dus bij toekomstige bouwwerkzaamheden zal op de aanwezigheid van een middeleeuwse boerderij worden gelet.
Het gemeentelijke monument Zaanweg 44, een grotendeels houten 18e-eeuws woonhuis met bakstenen ondergevel, is in het kader van een zeer grondige restauratie gedemonteerd en wordt in een werkplaats hersteld. De oudste fundering bestond vermoedelijk geheel uit poeren, gemaakt van voornamelijk rode bakstenen met afmetingen van 18 x 8 x 3,5 centimeter. Deze fundering had de vorm van drie rijen poeren. Van de haardplaats resteert een achtermuur, geplaatst tussen de tweede en derde poer aan de zuidkant van de westelijke rij.
Aan de noordzijde is haaks op deze muur een boog gemetseld; de boog aan de zuidkant is onlangs ingestort. Op deze twee bogen rustte de vloer van de haard. De haard was betegeld met 18e-eeuwse blauw-witte faience tegels, waarop waarschijnlijk Bijbelse voorstellingen waren geschilderd en paars-witte faience randtegels met slingerende bloemmotieven. Resten van enkele van deze tegels zijn tussen de fundering gevonden.
In de noordoosthoek van het gebouw lag een kelder van 2,8 x 2,4 meter, gemaakt van gele ijsselsteentjes (18 x 9 x 4 centimeter). Een binnenrand aan de westzijde en de zuidzijde is afwisselend voorzien van gele en groene plavuizen. Er zijn verschillende 19e- en 20e-eeuwse munten gevonden, maar ook een zilveren rijderschelling (6 stuivers) uit 1680 met een zogenoemde ‘klop’. Dit wil zeggen dat het zilvergehalte goed werd bevonden en dat hij niet werd afgewaardeerd naar 5 ½ stuiver. De goedkeuring werd aangegeven met een extra stempel in de vorm van een pijlenbundel van zeven pijlen uit het wapen van de Republiek. De gedocumenteerde fundering is één van de weinige 17e- of 18e-eeuwse Zaanse funderingen, uit archeologische context.
Een verkennend booronderzoek op de Oostzijde 279-287 in Zaandam, waar de oude beschuitfabriek van Hille, later de verffabriek van Mooij, wordt gesloopt, bracht aan het licht dat wanneer er op het terrein niet dieper wordt gegraven dan een meter beneden het maaiveld, de vermoedelijke vindplaats niet wordt beschadigd. Wanneer er wel dieper wordt gegraven is een vervolgonderzoek noodzakelijk. Dat lijkt zoals het er nu naar uitziet onvermijdelijk.
Op de Westzijde 71 was een garage gevestigd. Direct naast dit terrein lag een kerk uit de eerste helft van de 17e eeuw. Een ontwikkelaar gaat er nu 32 woningen bouwen. Uit het archeologische onderzoek bleek dat onder een recent opgebrachte laag zand waarschijnlijk een vindplaats uit de 16e -18e eeuw ligt. Op een dieper niveau (1,3 tot 1,4 meter beneden het maaiveld) werd een scherf grijsbakkend aardewerk uit de 13e/14e eeuw ontdekt.
Middeleeuws aardewerk op deze plaats is zeer bijzonder: het was de eerste keer dat dit op de Westzijde werd gevonden. Rond de Dam in Zaandam is dit wel vaker gebeurd.
De kroniek is te bestellen bij de heer J. Roefstra, [email protected] en digitaal in te zien en te downloaden op http://collectie.huisvanhilde.nl/kroniek.aspx . Op deze pagina staan ook alle vorige edities. Meer informatie over de archeologie in Noord-Holland: www.huisvanhilde.nl .