‘Gebeld met de gemeente’ vookomt parkeerboete niet

Foto: Wikimedia / Les Meloures

Wie gebruikmaakt van een gehandicaptenparkeerkaart en een digitale gehandicaptenparkeervergunning doet er goed aan de aanschaf van nieuw vervoermiddel meteen duidelijk door te geven aan de gemeente. Een belletje volstaat niet.

Dat blijkt uit de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland in een zaak die een inwoner tegen de gemeente Zaanstad aanspande. Hij zette de auo met een ander kenteken dan dat op de vergunning in februari vorig jaar neer op een plek waar parkeren betaald moet worden, maar rekende niet af. Bij een controle volgde een naheffingsaanslag van 61,75 euro, die door de bestuurder niet geaccepteerd werd. Een gehandicaptenparkeervergunning geeft recht op gratis parkeren, maar geldt alleen voor het daarop vermelde kenteken.

Bewijslast bij de burger

De inwoner van Zaanstad, die overigens zonder nader bericht niet ter zitting verschenen was, argumenteerde dat hem niets te verwijten viel en dat hij onterecht een boete had gekregen omdat hij het correcte kenteken voor de digitale gehandicaptenparkeervergunning telefonisch zou hebben doorgegeven aan de gemeente. Dat werd door de vertegenwoordiger van Zaanstad ontkend. In dat geval is het aan de burger om aannemelijk te maken dat er wel degelijk contact is geweest, aldus de uitspraak: ‘De rechtbank is van oordeel dat het enkel stellen dat telefonisch contact met de gemeente Zaanstad heeft plaatsgevonden een onvoldoende onderbouwing is om aannemelijk te achten dat het niet aan eiser te wijten is dat de gehandicaptenparkeervergunning niet op het correcte kenteken geregistreerd stond.’

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen