De Partij voor de Dieren wil in Zaanstad een rijdendezaakbelasting invoeren die de gemeente jaarlijks zeven miljoen euro zou opleveren. Het plan: elke inwoner die een auto in de openbare ruimte parkeert daarvoor vijftien euro per maand laten betalen.
Parkeren kost per vierkante meter nu minder dan wonen, als de prijs van 3000 euro per vierkante meter woonoppervlakte wordt omgerekend naar de ruimte die een auto inneemt, zo berekende raadslid Judit Raa. En dat terwijl wonen een grondrecht is en parkeren niet, en het ‘derhalve logisch is als parkeren meer kost dan wonen’. Zij stelt daarom voor om heel Zaanstad aan te wijzen als een gebied waar parkeerbelasting geheven kan worden. Een uitzondering zou in haar ogen moeten worden gemaakt voor gehandicapten onder een nader te bepalen inkomensgrens en die afhankelijk zijn van de auto. Raa kwam uit op vijftien euro door de OZB en de erfpacht als uitgangspunt te nemen.
Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek waren in Zaanstad in 2019 ruim 62.000 auto’s geregistreerd. Hiervan parkeert een deel op eigen terrein en een deel betaalt al voor een parkeervergunning. ‘Aangenomen dat er hiervan tenminste 40.000 auto’s in de publieke ruimte geparkeerd worden en nog niet onder een betaald parkeerregime vallen, levert een heffing ad 178,61 euro per jaar een financiële meevaller op van tenminste zeven miljoen euro per jaar structureel,’ aldus de PvdD. De motie staat vanavond met vele andere op de agenda van de raad, vanwege de vaststelling van de voorjaarsnota.
