Er zijn vorig jaar in Zaanstad rond 50 zwerfjongeren in beeld gekomen, via het
Straathoekwerk , de
Sociale wijkteams en het
Jeugdteam . De indruk bestaat dat dit een vrij constant aantal is, hoewel de groep van samenstelling wisselt. Zo’n 20 jongeren hebben zware problemen en zij dreigen de gemeentelijke ketenaanpak te verstoren. Er moet voor hen een goede opvang komen – naast woonruimte voor jongeren die klaar zijn voor een zelfstandig leven.
Dak- en thuisloze jongeren slapen weliswaar zelden op straat omdat ze tijdelijke logeeradressen en slaapplaatsen hebben bij instanties als de crisisopvang, maar hebben vrijwel allemaal te maken met meerdere problemen als: geen inkomen, schulden, geen school/werk, alcohol- en drugsgebruik, een verstandelijke beperking en/of psychiatrische aandoeningen, een justitieel verleden. Een vaste (slaap)plek wordt beschouwd als een basisvoorwaarde om tot rust te komen, de belangrijke zaken op orde te krijgen en van daaruit de problemen aan te pakken. De meeste zwerfjongeren zijn tussen de 18 en 23 jaar oud.
In Zaandam heeft Transit (van het Leger des Heils) een
24-uursvoorziening voor de eerste opvang van jongeren die een lichte vorm van dagelijkse begeleiding nodig hebben. Er zijn dertien plekken, waarvan één crisisbed. Jongeren verblijven er gemiddeld anderhalf jaar, waarna zij uitstromen naar een volgende fase in hun leven.
Dan is er
Kamers met Kansen (
RIBW ) in Koog aan de Zaan, waar jongeren zelfstandig wonen met een lichte vorm van begeleiding. Kern van dit woonconcept is dat het gaat om
een mix van jongeren die al voldoende zelfredzaam zijn (een derde) en jongeren die dat nog niet zijn (tweederde), waarbij de eerste groep een voorbeeldfunctie heeft voor de tweede. Kamers met Kansen heeft in totaal plek voor 32 jongeren in de leeftijd van 18 tot 25 jaar.
Richting zelfstandigheid
Naast deze twee voorzieningen kan ook ambulante ondersteuning geboden worden. Als jongeren zelf huisvesting vinden (vaak een kamer) biedt Straathoekwerk de eerste steun in de rug en draagt de zorgverlening later over aan een Sociaal Wijkteam. In alle gevallen is het einddoel van de hulp om op enig moment zelfstandig in de maatschappij te kunnen functioneren.
Uit de screening van de 50 dak-en thuisloze jongeren in 2016 bleek dat 20 van hen in de categorie ‘lichte problematiek’ vielen, tien in ‘gemiddelde’ en 20 in ‘zware problematiek’. En het is die laatste groep waarbij het spaak loopt. Hun problemen vragen om meer begeleiding dan Transit nu kan bieden. De jongeren komen meestal in beeld bij Straathoekwerk en verdwijnen dan weer, om na een tijdje weer op te duiken.
Het fasehuis van Transit functioneert goed voor de groep jongeren waarop ze is ingericht, namelijk met ‘gemiddelde problematiek’. Het grootste probleem is de uitstroom. Jongeren die klaar zijn in Transit wachten op een passende vervolgplek, die vaak lang op zich laat wachten. Met het gevolg dat Transit minder efficiënt kan werken en er mede daardoor een wachtlijst is. Een ander probleem is dat Transit slechts één crisisbed beschikbaar heeft, want dat blijkt regelmatig te weinig te zijn.
Uit balans
Kamers met Kansen werkt niet zoals het bedoeld is, omdat de verhouding tussen zelfredzame en niet-zelfredzame jongeren uit balans is geraakt. Te weinig jongeren fungeren nog als positief voorbeeld. Dit komt omdat de woonvoorziening voor de zelfredzame jongeren niet aantrekkelijk genoeg is. Om de kamers vol te krijgen komen er daarom steeds meer jongeren met een te zware problematiek wonen, voor wie geen alternatief voorhanden is. Ook bij Kamers met Kansen is de uitstroom een probleem, waardoor bewoners vaak langer blijven dan de beoogde maximale twee jaar. De voorziening die was opgezet als laatste tussenstop op weg naar zelfstandig wonen komt hierdoor niet goed uit de verf.
Woningmarkt
De krapte op de woningmarkt is de belangrijkste oorzaak van de stagnatie van de uitstroom bij Transit en Kamers met Kansen. De gemeente wil daarom onder meer afspraken met de woningcorporaties ZVH en Parteon maken over het beschikbaar stellen van woningen aan jongeren die er klaar voor zijn om op eigen benen te staan. Het gaat dan bijvoorbeeld om het delen van huurwoningen in de vrije sector via zogenoemde friendscontracten. Rochdale doet dit al; Parteon en ZVH nog niet.
Om de ideale mix van jongeren in Kamers met Kansen terug te krijgen, moet er voor de groep die er eigenlijk niet thuishoort een alternatief worden gevonden. Volgens het college kan een 24-uursvoorziening met 22 plekken deels soelaas bieden. De helft van de jongeren met een zware problematiek kan daar dan zonder contra-indicaties opgevangen worden. Door meer personele bezetting, kan er ook beter gescreend worden bij de eerste opvang, waardoor jongeren beter toegeleid kunnen worden naar passende ondersteuning. Zo wordt meer dan de helft van de groep van 20 dan wel bediend, hoewel nog niet volledig. Als de uitbreiding samengaat met Transit in één voorziening betekent dit – volgens een eerste globale berekening - een extra investering op jaarbasis van 320.000 euro. Bij dat bedrag is ook een extra crisiskamer inbegrepen.
360.000 euro
In totaal vraagt het college de gemeenteraad 360.000 euro beschikbaar te stellen voor de verbetering van de opvang van dak- en thuisloze jongeren.