Amerikaanse ribkwal rukt op naar de Watering en het Oostzijderveld

Foto: Flickr / Vidar@aqua-photos

Oostzaner Arjan van Poecke heeft via Twitter gemeld dat hij Amerikaanse ribkwallen heeft gevangen in het Oostzijderveld en in de Watering. De invasieve soort was al eerder waargenomen in het Noordzeekanaal en in de Voorzaan, maar rukt dus snel verder op.

De zoutwaterkwallen – die nu ook brakwaterkwallen lijken te zijn – worden naar Nederland meegenomen in de ballasttanks van schepen. De dieren kunnen strenge winters niet overleven, maar er worden nu grote aantallen gespot. Dat ze opdringen de polder in heeft mogelijk te maken met het lange uitblijven van regen, waardoor het water daar brakker is geworden.

De Amerikaanse ribkwal (Mnemiopsis leidyi) komt van oorsprong uit de kustwateren van de westelijke Atlantische Oceaan. Het gaat om een carnivoor die zich voedt met zoöplankton en de eieren en larven van vissen en andere ribkwallen. Het dier werd in 2006 voor het eerst in Nederlandse kustwateren gesignaleerd. Dit geleiachtige zeediertje kan circa tien centimeter groot worden en is daarmee meteen ook de grootste ribkwal van Nederland.

Drama in de Zwarte zee

In de Zwarte zee leidde de komst van de exoot in de jaren 80 van de vorige eeuw uiteindelijk tot een ecologische en economische ramp. De kwallenpopulatie steeg explosief en zorgden voor een extreme daling van de concentraties plankton. Hierdoor stortte vervolgens door gebrek aan voedsel de ansjovispopulatie in en daarmee ook de visserij op die soort.

In Nederland werd met name in Zeeland voor een soortgelijk scenario gevreesd, maar in 2009 waren er als gevolg van een winter al veel minder Amerikaanse ribkrabben en de langdurige strenge winter van 2009-2010 betekende zelfs tijdelijk de genadeslag voor het dier in ons land. Hij keerde weliswaar terug, maar kan dus ook zomaar weer verdwijnen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen