De Continentie Stichting Nederland (CSN) wil van het gemeentebestuur weten of dat zich wat betreft het aantal openbare toiletten in Zaanstad wel houdt aan het VN Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat gemeenten onder meer opdraagt om te werken aan een samenleving die voor iedereen toegankelijk is.
Ook mensen met incontinentie vallen onder dit verdrag, schrijft voorzitter Prof. Dr. J.L.H.R. Bosch aan de raad en het college. ‘Hun incontinentie is een gevolg van een lichamelijke en/of cerebrale handicap. Veel mensen met incontinentie durven niet of nauwelijks de deur uit omdat zij bang zijn niet tijdig een toiletvoorziening te kunnen bereiken. Dit verhindert dat zij op voet van gelijkheid kunnen meedoen aan de samenleving, zoals het verdrag voorschrijft.’ Het gaat in Nederland om rond een miljoen mensen.
CSN stelt zich onder meer tot doel problemen van mensen met incontinentie onder de aandacht te brengen en bespreekbaar te maken. Met dat doel organiseert CSN elk jaar de zogeheten Nationale Plasdag. Die staat dit jaar op 20 september in het teken van de mate waarin gemeenten zorgen voor openbare toiletvoorzieningen voor zowel mannen als vrouwen.
Drie vragen
Voor een inventarisatie heeft Bosch antwoord nodig op drie vragen:
- Zijn openbare toiletvoorzieningen opgenomen in het gemeentelijk beleid met het oog op de doelstellingen van het VN-verdrag;
- Zo ja: hoeveel openbare toiletvoorzieningen zijn er beschikbaar voor mannen en vrouwen, waar en op welke tijdstippen;
- Zo nee: zijn er plannen om de beschikbaarheid van openbare toiletten in het beleid op te nemen.
De resultaten van deze landelijke inventarisatie worden op 20 september bekendgemaakt. Afgelopen december bleek tijdens een discussie in de raad over het ontbreken van een openbaar toilet bij de Hempont al dat Zaanstad wat betreft dergelijke voorzieningen niet bepaald voorop loopt.
