Afgelopen maandag is – tot ontsteltenis en woede van de twee ondernemersverenigingen – de proef met de vernieuwde Zaanse Schans Card van start gegaan. Wethouder Wessel Breunesse spreekt in een brief aan de gemeenteraad echter optimistisch over ‘een stap naar voren ten behoeve van de uitwerking en onderbouwing van het duurzaam exploitatiemodel’. Door de erfgoedpartijen, wel te verstaan.
De pilot met één toegangskaart op Zaanse Schans komt uit de koker van de Stichting de Zaanse Schans, die doorlopend met de ondernemers overhoop blijft liggen. De proef eindigt op 31 augustus. Het is de bedoeling dat bezoekers van de Schans vrijwillig een kaart à 17,50 euro per persoon (12,50 voor kinderen) aanschaffen om de molens en musea te bezoeken. Alle erfgoedpartners stoppen tijdens de proef met de verkoop van losse kaartjes. Bezoekers die geen Schans Card hebben gekocht kunnen dus alleen de buitenkant van alle bezienswaardigheden bewonderen. En ze kunnen ook niet gratis naar de wc.
Inzicht verwerven
De proef dient vooral om meer inzicht te krijgen in de bezoekersstromen, de breedte van het bezoek (waar liggen de interesses van de toeristen) en de (on)mogelijkheden richting een definitief exploitatiemodel. Verwacht wordt dat zo’n 30 procent van de bezoekers gedurende de pilot een ticket zal aanschaffen. In dat geval zou er 874.000 euro mee worden verdiend. Bij een tegenvallende ticketverkoop kan de pilot vroegtijdig stopgezet worden. Zonder aanpassingen of stopzetten van de pilot kan het maximale verlies echter oplopen tot zo’n 727.000 euro, schrijft Breunesse ook.
Stichting de Zaanse Schans heeft de gemeente gevraagd om een bijdrage in dit mogelijke tekort en daar heeft het collegepositief op gereageerd. Het betekent dat een ‘een stap naar voren ten behoeve van de uitwerking en onderbouwing van het duurzaam exploitatiemodel’ Zaanstad 350.000 euro kan gaan kosten als de proef volledig in de soep loopt. Dat is de helft van wat de stichting ziet als het maximale verlies dat de pilot kan opleveren.
