Vrijwel alle inwoners de afgelopen 50 jaar wel eens verhuisd

Foto: Google Street View

Begin vorig jaar was de doorsnee woonduur het hoogst bij 78-jarigen, die op dat moment bijna 25 jaar op hun huidige adres woonden. Bij minstens één op de acht 80-plussers was dit zelfs 50 jaar of langer. In Zaanstad kwam het laatste echter zo weinig voor dat het percentage op nul bleef steken.

Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van nieuwe cijfers uit de Woonbase. De tijd die mensen op hun huidige adres wonen – ook wel de woonduur genoemd – neemt toe naarmate ze ouder worden. Bij jongeren vanaf achttien jaar daalt de woonduur omdat zij vanaf die leeftijd vaak het ouderlijk huis verlaten, bijvoorbeeld omdat zij op zichzelf of met anderen gaan wonen.

Jonge vrouwen verlaten vaak eerder het ouderlijk huis dan mannen. Hierdoor hebben achttien- tot 27-jarige vrouwen vaak een kortere woonduur dan mannelijke leeftijdsgenoten. Tot 70 jaar gaat de woonduur van mannen en vrouwen ongeveer gelijk op, met tussen de 30 en 65 jaar een iets langere woonduur voor vrouwen. Mannen blijven op latere leeftijd langer op hetzelfde adres wonen dan vrouwen. Vanaf 70-jarige leeftijd ontstaat er een verschil. Mannen wonen vanaf dat moment langer op het huidige adres dan hun vrouwelijke partner. Dit komt omdat vrouwen vaak langer leven dan de man. Dus als de man overlijdt, verhuist de vrouw die achterblijft over het algemeen vaak naar een kleinere woning of naar een instelling.

Bij heteroparen trekt de vrouw vaker in bij de man dan andersom. Hierdoor komt het vaker voor dat de man een langere woonduur op het huidige adres heeft dan de vrouw. Dit komt het vaakst voor bij vrouwen onder de dertig jaar. Zo woont 22 procent van deze vrouwen korter op hun huidige adres dan haar partner. Bij tien procent van de samenwonende heteroparen waarvan de vrouw jonger is dan 30 jaar woont de vrouw er het langst.

Van de samenwonende heterostellen, waarvan of de man of de vrouw jonger is dan dertig jaar, heeft 67 procent van deze stellen dezelfde woonduur. Bij man-man-paren is dit 37 procent en bij vrouw-vrouw-paren 40 procent. Relatief grote leeftijdsverschillen komen vaker voor bij paren van hetzelfde geslacht.

De meest honkvaste  Nederlanders wonen in Staphorst, waar begin 2023 bijna een derde (31 procent) van de 80-plussers nog hetzelfde adres had als een halve eeuw eerder. Maar ook in Tubbergen (26 procent), Dinkelland (27 procent) en Losser (25 procent) was dat bepaald geen uitzondering.

Wat woonduur betreft komen Vlieland,  Groningen en Wageningen met een gemiddelde van vier jaar achteraan. Ook Utrecht, Amsterdam, Diemen en Delft kennen met vijf jaar veel verhuizingen. In Volendam-Edam hebben inwoners met veertien jaar de langste woonduur, gevolgd door Dinkelland, Tubbergen, Stein en Beesel (één jaar minder). De woonduur per gemeente is sterk afhankelijk van de leeftijd van de inwoners. Dit is een reden waarom de woonduur in stedelijke gebieden korter is. Een korte woonduur kan ook komen door de aantrekkingskracht van de gemeente, de aanwezigheid van onderwijsinstellingen, werkgelegenheid of door grote nieuwbouwprojecten.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen