Voor vogels begint het zomerseizoen met andere kost

Nu de snert en de boerenkool met worst weer voor enkele maanden van het menu gaan verdwijnen en de barbecuetijd langzaam opdoemt, is voor de mens schakelen naar andere etenswaren geen grote opgave. Bij veel vogelsoorten ligt dat echter anders.

Als zij omschakelen van winter- naar zomervoeding kunnen ze ook letterlijk de ‘winterkost’ niet meer verteren. De maag van bepaalde insecteneters zoals mezen en roodborstjes kent een seizoensstand. In de koudere maanden gedijen ze prima op zaden, noten en vet, maar daarbuiten schakelt hun maag om tot vertering van voornamelijk insecten. Bijvoeren met noten of vet kan dan tot de dood leiden, omdat het enzymsysteem deze niet kan verteren. Het dier sterft dan met een volle maag. Hetzelfde geldt voor de kuikentjes, die bovendien afhankelijk zijn van hun ouders.

De vuistregel is dat zodra het insectenleven zich begint te roeren, de pinda’s en vetbollen naar binnen moeten. Als het opwarmt passen eiwitrijk voedsel zoals (gedroogde) meelwormen (of andere insecten), fruit of geplette eierschalen - die als calciumbron dienen - prima bij het verteringssysteem van de vogels. Uit instinct zullen ze bij warmer weer overigens niet snel voor zaden kiezen wanneer er een keuze is.

De pindaslierten en het strooigoed moeten dus weer worden weggehaald. Wie een voedertafel plaatst dient deze eens per week goed te poetsen om overdracht van ziektekiemen, die juist bij voederplekken plaatsvinden te minimaliseren. 'Dan blijven de vogels gezond en kunt u nog lang genieten van het vrolijke gezang,' aldus het Vogelhospitaal in Haarlem.