Een meerderheid van de inwoners van de 20 grote steden wil dat gemeente zorgt voor minder uitstoot van CO2, minder luchtvervuiling en meer ruimte voor groen. Dat blijkt uit een onderzoek dat in januari is uitgevoerd door I&O Research in opdracht van Milieudefensie.
In totaal 3244 werden daarvoor bevraagd. Thema’s rond mobiliteit, ruimtelijke inrichting en het beperken van vervuiling en de CO2-uitstoot werden genoemd als de belangrijke taken van de gemeente. Bijna zes op de tien stedelingen vinden dat hun gemeentebestuur (veel) meer moet doen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit.
Een iets kleinere meerderheid wil dat er meer wordt gedaan aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Meer ruimte voor fietsers en openbaar groen in de stad is voor de helft ook belangrijk. Slechts één op de tien pleit voor meer ruimte voor auto’s in de stad.
In de helft van de G-20 gemeenten is een meerderheid voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in hun stad. Er zijn duidelijke verschillen tussen de aanhangers van verschillende politieke partijen en tussen gemeenten. Zo wil ruim 80 procent van de GroenLinks stemmers dat hun gemeente meer doet aan het terugdringen van CO2-uitstoot.
Onder aanhangers van VVD en PVV is dit lager: van hen vindt respectievelijk 40 en 29 procent dat hun gemeente hier (veel) meer aan moet doen.
Ongeveer driekwart van de deelnemers aan het onderzoek wil dat het openbaar vervoer uitstootvrij gemaakt wordt en is voorstander van het weren van vervuilende auto’s uit de binnenstad. In Zaanstad steunt 76 procent van de inwoners het weren van auto’s uit kwetsbare zones, tegen 46 procent in Haarlem.
Zaanstad is ook de gemeente met de meeste voorstanders van meer fietsruimte ten koste van groen.
