Oliebollenvet goed afvoeren bespaart waterschappen miljoenen

Foto: Flickr / Sander van der Wel

Na het bakken van de oliebollen verdwijnt bij bijna vier op de tien Nederlanders het gebruikte frituurvet of de olie nog in de gootsteen of de wc, zo blijkt uit onderzoek van de waterschappen. Dat vet veroorzaakt grote problemen in leidingen en bij rioolwaterzuiveringen.

De zuivering en afvoer van dit vet kost de waterschappen jaarlijks enkele miljoenen euro’s en ze roepen daarom op om het frituurvet in te leveren bij de plaatselijke recyclepunten. In Zaandam kan dat bijvoorbeeld bij ABS aan de Symon Spiersweg 7, in Koog aan de Zaan bij de DekaMarkt aan de Molenwerf en bij Scouting Koog-Zaandijk aan de Zuiderzoom 84, in Wormerveer bij CVV Blauw Wit aan de Piet Kuiperlaan 1 en bij Fortuna aan de Esdoornlaan 75, in Krommenie bij de Plus en de DekaMarkt aan de Heiligeweg, in Assendelft bij Tennisvereniging Assendelft aan het Rosa Manuspad, bij BSC Cromtigers aan het Jaap Bootpad en in Westzaan bij de Coop aan de Kerkbuurt en de DekaMarkt aan het Zuideinde en bij VC Westzaan aan het Zuideinde 150.

Waterschapsbelasting

Wanneer frituurvet door de gootsteen wordt gespoeld gaat het stollen en aan de binnenkant van leidingen zitten. Dit kan zorgen voor verstoppingen bij mensen thuis en op rioolwaterzuiveringen. Bij een verstopping thuis moet al snel een loodgieter gebeld worden. Waterschappen moeten vaak speciale bedrijven inhuren die het vet verwijderen uit de persleidingen en gemalen. De zuivering en afvoer van oliebollenvet kost de waterschappen op die manier miljoenen euro’s. Deze kosten worden via de waterschapsbelasting uiteindelijk door inwoners betaald. Een bijkomend voordeel van inleveren is dat er daarna ook biobrandstof van gemaakt kan worden, een vorm van groene energie.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen