Burgemeester Jan Hamming tolereert geen schuttingtaal en scheldwoorden in de raadszaal. Dat bleek gisteravond weer eens, toen hij tot twee keer toe dreigde de vergadering te schorsen tijdens het debat over een toch nauwelijks triviaal te noemen onderwerp.
Aan de orde waren de vervolgstappen rond het Cultuurcluster en de allesbepalende vraag of er een referendum moet komen. Daarbij liepen de emoties bij SP-voorman Patrick Zoomermeijer dermate hoog op dat hij de woorden ‘gelul’ en ‘lullen’ in de mond nam in reactie op de betogen van politieke rivalen. Dat zinde Hamming allerminst.
Trend
Er is al jaren een landelijke trend om alles maar te roepen in de politiek en een even wijdverbreide aversie tegen die ontwikkeling: als zelfs onze volksvertegenwoordigers niet van mening kunnen verschillen en daar als volwassen mensen over kunnen debatteren zonder in ongepaste taal te vervallen, hoe kunnen ze dan van hun achterban verwachten dat die wel z’n fatsoen houdt, bijvoorbeeld op sociale media?
Met zulke taal hoor je niet in de politiek thuis en niet op Twitter. Dit heeft niets met vrijheid van meningsuiting te maken. https://t.co/rTGtMUleLQ
— Eelco Holwerda (@eelco_holwerda) January 15, 2018
Hamming heeft er in elk geval in ‘zijn’ raadszaal begrip noch geduld voor. Ook niet wanneer, zoals Zoomermeijer betoogde, de onwelvoeglijke woorden een uiting zijn van passie en van een in zijn ogen gerechtvaardigde woede over het verkwanselen van de democratische rechten van de inwoners van Zaanstad.
Moet kunnen?
Verontschuldigingen voor zijn taalgebruik kwamen niet over de lippen van Zoomermeijer, die duidelijk in het moet-kunnen-kamp zit. Hammings partijgenoot Tjeerd Pietersma (PvdA) dacht zich nog een kwinkslag te kunnen veroorloven door te refereren aan de gewraakte woorden van de SP’er zonder die uit te spreken, maar ondervond dat ook dat door de voorzitter niet op prijs werd gesteld.
Cultuur
De verruwing in het politieke debat wordt dus door Hamming zonder aanziens des persoons weggehamerd. Dat is wellicht iets wat vertegenwoodigers van partijen die straks voor het eerst in de raad zitten alvast kunnen oefenen: het is, zeg maar, de cultuur in de politieke arena van Zaanstad.
