Wormerveerder mag van Raad van State woning niet fors vergroten

Foto: PxHere / CC0 Publiek Domein

De Raad van State heeft Zaanstad in het gelijk gesteld in de procedure die door een woningeigenaar in Wormerveer was aangespannen. Die draaide om het gegeven dat de gemeente een in oktober 2019 van rechtswege afgegeven bouwvergunning in juni 2020 weer introk, nadat er door omwonenden bezwaar tegen was gemaakt.

De Wormerveerder wilde zijn woning drie meter naar de zijkant uitbreiden over de volledige hoogte van twee bouwlagen en een kap, op grond die de bestemming ’tuin’ heeft. Daarnaast was nog een uitbreiding van de aanbouw in de achtertuin voorzien, bestaande uit één bouwlaag met een plat dak. Het college liet de bewoner in tweede instantie weten niet van zins te zijn om mee te werken aan een wijziging van het bestemmingsplan on dit mogelijk te maken, omdat het de ruimte tussen de woning en de naastgelegen speeltuin wil behouden en het bovendien de schaalvergroting in een smalle straat met voornamelijk panden van één bouwlaag met kap ongewenst acht.

Aangepaste tekeningen

De bewoner stelde bij de rechtbank dat zijn bouwplan de toegestane bouwhoogte niet zou overschrijden en wél in het straatbeeld past, maar kreeg daar geen gelijk. Daarop werden de tekeningen door hem behoorlijk aangepast: het bestaande dak van de woning zou niet meer worden uitgebreid en de aanbouw aan de zijkant werd teruggebracht tot twee bouwlagen met een plat dak. De extra ruimte aan de achterkant van de uitbreiding kwam helemaal te vervallen. Het college liet hem vervolgens echter weten dat er sprake was van dermate ingrijpende veranderingen dat redelijkerwijs niet meer kon worden gesproken van hetzelfde bouwplan en dat er daarom een nieuwe aanvraag moest worden ingediend.

Bestemmingsplan leidend

Of dat is gebeurd is niet duidelijk, want de Raad van State oordeelde uitsluitend over de originele plannen, De huiseigenaar bleef daarbij volhouden dat de aangevraagde bouwhoogte van 8,9 meter voor de uitbreiding mogelijk moet zijn omdat de bestaande woning ook die hoogte heeft, maar zo blijkt het niet te werken. Het bestemmingsplan geeft een maximum bouwhoogte acht meter en  en maximum goothoogte zes meter aan en volgens de uitspraak zijn die hoogtes leidend als er wordt uitgebreid, ongeacht de hoogte van de bestaande bebouwing. Het standpunt van het college dat met het bouwplan een te groot en massief gebouw ontstaat dat niet in het straatbeeld past, acht Raad van State ‘niet onredelijk’ en dat de gemeente de open ruimte tussen de speeltuin en de bestaande woning wil behouden eveneens.

Gelijkheidsbeginsel

Volgens de Wormerveerder is in zijn straat aan bouwhoogtes in eerdere gevallen niet streng de hand gehouden door Zaanstad, wat een schending van het gelijkheidsbeginsel zou betekenen. Ook dat verweer ging van tafel. Elders in de straat ging het niet om complete aanbouwen die vanaf de straat zichtbaar zijn, maar slechts om dakopbouwen. Appels met peren vergelijken, oordeelde de hoogste bestuursrechter.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen