Oostzaan mag voorlopig geen bestuurlijke boetes opleggen voor sluipverkeer, omdat de verordening die dit regelt volgens de kantonrechter onverbindend is. Het negeren van een geslotenverklaring werd eerder als een verkeersovertredingen afgedaan onder de Wet Mulder, maar dat werd enige tijd geleden veranderd zodat Oostzaan de boetes in eigen zak kon steken.
Daar heeft de rechter nu een stokje voor gestoken. Drie automobilisten maakten bezwaar tegen de boete van 100 euro die ze kregen voor het negeren van het verbod op sluipverkeer in de Kerkstraat. Dit verbod staat in de Algemene Plaatselijke Verordening en Oostzaan ging ervan uit dat dit voldoende basis was voor het opleggen van een bestuurlijke sanctie. Een camera legt vast welk kenteken in de Kerkstraat rijdt terwijl dit niet mag. In de plaatselijke regels staat echter niet dat een boete kan worden opgelegd aan een kentekenhouder, maar is alleen sprake van een natuurlijke persoon of rechtspersoon die de overtreding heeft begaan.
Volgens artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) zijn weggebruikers verplicht gevolg te geven aan de verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden. Tot verkeerstekens behoren ook verkeersborden waarop of waaraan onderborden kunnen worden aangebracht, zoals ‘gesloten voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen’. Waar ze dat wenselijk vinden bepalen gemeenten zelf, maar het is niet de bedoeling dat ze zelf een schaduwincasso regelen voor overtredingen: daarvoor is al ‘een uiterst effectief functionerend systeem van bestuurlijke handhaving neergelegd in de Wet Mulder,’ aldus de uitspraak.
Met het Aanwijzingsbesluit sluipverkeer Oostzaan van 30 december 2022 werd de doorgaande route Zuideinde, Kerkstraat, Kerkbuurt, Noordeinde en De Haal tijdens de ochtendspits afgesloten voor auto’s en vrachtwagens. Verder zijn de Kerkstraat en De Haal richting Zaandam gesloten verklaard van maandag tot en met vrijdag tussen 16:00 en 19:00 uur.
Grote gevolgen
‘Een uitspraak in deze zaak kan grote gevolgen hebben voor de gemeente Oostzaan. Die uitspraak zou er immers toe kunnen leiden dat de handhaving van de geslotenverklaring van de Kerkstraat (en andere wegen) door de gemeente Oostzaan door het opleggen van bestuurlijke boetes op basis van de Gemeentewet, niet (meer) mogelijk is,’ realiseerde de kantonrechter zich al vooraf. Zijn uitspraak is voorlopig omdat er geen hoger beroep mogelijk is, en de rechter de gemeente en de automobiliste vier weken de tijd wil geven om te reageren alvorens een definitieve uitspraak te doen.
