Ontslag op staande voet onterecht, geëiste vergoeding niet toegewezen

Foto: Flickr / Chris Potter

Het kantongerecht in Zaandam heeft onlangs geoordeeld dat het in het Noord-Ierse Belfast gevestigde transportbedrijf P&O Ferrymasters een planner ten onrechte op staande voet ontslagen heeft. Hij zou geld hebben gekregen om ladingen toe te wijzen aan de Spaanse transportonderneming EuroCarTrans SL.

De werknemer verzocht de rechter om het ontslag op staande voet te vernietigen en P&O Ferrymasters te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst van 12.287 euro bruto, de transitievergoeding van 18.959 euro bruto en een billijke vergoeding van 69.966 euro bruto. Bijna een ton in totaal.

Volgens de kantonrechter is de dringende reden die vereist is voor ontslag op staade voet echter niet vast komen te staan. De werknemer heeft daarom recht op een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en ook op een transitievergoeding. Maar niet op de billijke vergoeding.

Lang dienstverband

De werknemer was sinds 19 december 2005 in dienst bij P&O Ferrymasters, met ten tijde van het ontslag een salaris van 3292 euro bruto per maand. Op 25 februari 2020 werd hem de deur gewezen. De werkgever baseerde de beschuldigingen van laakbaar gedrag onder meer uit een getuigenverklaring, bankafschriften en facturen van de eigenaar van het Spaanse bedrijf. De werknemer zou P&O Ferrymasters daarmee zowel financiële als reputatieschade hebben opgeleverd en eisteop zijn beurt ter compensatie daarvan een vergoeding van 3707,73 euro van het voormalige personeelslid.

Betalingen en lening

De kantonrechter oordeelde echter dat het ontslag op staande voet niet terecht en niet rechtsgeldig was, omdat er alle omstandigheden in aanmerking nemende geen dringende reden voor was. Volgens EuroCarTrans SL zou het bij de betalingen zijn gegaan om bedragen van 100 tot soms 300 of 400,00 euro per transport en minimaal 2000 euro per maand. Het geld werd in gesloten enveloppen overhandigd. Ook kreeg de planner daarom een lening van 15.000 euro en allerlei goederen, mede ten behoeve van een eigen onderneming. Maar de rechter vond de overlegde bewijzen hiervoor te dun. Er is wel regelmatig geld betaald, maar onduidelijk blijft waarvoor.

Ruzie

Duidelijk werd wel dat de Spaanse ondernemer en de ontslagen werknemer van P&O Ferrymasters al langer hopeloos met elkaar overhoop liggen, ‘zowel zakelijk als persoonlijk, waarbij zij elkaar beschuldigen van omkoping, intimidatie, bedreiging, vervalsing en valsheid in geschrifte en over en weer aangifte hebben gedaan,’ aldus het vonnis. De eerste vreest voor wraak en voelt hij zich gechanteerd en vernederd; de tweede countert met begrippen als rancune, leugens, dwarsliggen en doodsbedreigingen.

Gekleurd

De getuigenverklaringen zijn daardoor zodanig gekleurd en beïnvloed dat deze niet meer voldoende geloofwaardig zijn en dat niet meer kan worden aangenomen dat ze voldoende zijn gebaseerd op feiten, aldus de kantonrechter. Ander bewijs voor het aannemen van smeergeld ontbreekt, en daarmee vervalt het belangrijkste deel van de door P&O Ferrymasters gestelde dringende reden voor het ontslag op staande voet.

Transitievergoeding

P&O Ferrymasters is daarom veroordeeld tot betaling van de vergoeding wegens onregelmatige opzegging van 12.287 bruto en tot betaling van een transitievergoeding van 8959 bruto: ‘De werknemer kan zijn recht op een transitievergoeding alleen kwijtraken in uitzonderlijke gevallen, waarin evident is dat het tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst leidende handelen of nalaten van de werknemer niet slechts als verwijtbaar, maar als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt,’ aldus de uitspraak.

Belangenverstrengeling

Dat er geen billijke vergoeding komt is omdat wel vast is komen te staan dat de werknemer jarenlang betalingen ontving van EuroCarTrans SL, waar die dan ook voor waren. Dat werd niet doorgegeven aan P&O Ferrymasters en dat had wel gemoeten. ‘Het gaat hier immers om een situatie waarin belangenverstrengeling kan spelen en waarin de werknemer de verdenking over zich af kan roepen dat hij frauduleus en niet integer handelt. Die verdenking en de schijn van belangenverstrengeling had de werknemer ook kunnen en moeten voorkomen.’

Gelogen

In eerste instantie werd door de ontslagen man bovendien gelogen over de lening van 15.000 euro. Dat leidt ertoe dat de P&O toestemming zou hebben gekregen om de man te ontslaan wanneer een reguliere procedure zou zijn gevolgd. Kortom: P&O Ferrymasters hoeft geen kleine 70.000 euro op te hoesten vanwege het feit dat een werknemer en een klant verwikkeld waren in duistere zaakjes waar het bedrijf geen weet van had en bovendien part nog deel aan had.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen